Toelichting mutaties
A: Mutaties eerdere P&C producten
A1. Mutaties in begrotingssaldo in eerdere P&C producten
Dit is het begrotingssaldo van de vastgestelde Begroting 2024.
A2. Beklemmingen jaarrekening 2023 administratief verwerkt in Voorjaarsnota
In het Statenvoorstel bij de jaarstukken 2023 is een beslispunt opgenomen met betrekking tot budgetoverhevelingen (beklemmingen) met een totale omvang van € 16,2 mln. In een bijlage bij de jaarstukken is toegelicht dat dit de beklemmingen betreft in de categorieën subsidieverplichtingen, overige bestuurlijke/juridische verplichtingen, en circulaires provinciefonds. Uitgaande van de vaststelling van dit Statenvoorstel zijn deze beklemmingen nu in deze Voorjaarsnota administratief verwerkt in de verschillende jaarschijven in de exploitatie en ten laste gebracht van het begrotingssaldo (dat vervolgens wordt verrekend met de algemene reserve).
B: Ontwikkeling binnen de ambities
B1 & B3. 1-1 Weerbaar bestuur / Bibob
Voor het vergroten van de interne weerbaarheid van gemeenten tegen ondermijnende criminaliteit en integriteitsschendingen is structureel € 0,3 mln nodig. Bij Voorjaarsnota, rekening houdend met het reeds aanwezige budget 2024-2026 (€ 0,2 mln), wordt structurele dekking opgevoerd.
B2. 1-1 Omgevingsbeleid
In de afgelopen vijf jaar zijn materiële kosten voor Omgevingsbeleid doorbelast en gedekt uit de budgetten van de verschillende ambities. Er is afgesproken vanaf 2024 te stoppen met het doorbelasten van de gemaakte kosten voor de opdracht Omgevingsbeleid. Met deze mutatie wordt er structureel budget voor de opdracht Omgevingsbeleid geregeld.
B4. 2-1 Indexering OV-concessies
Als gevolg van hogere indexeringen dan waar bij de subsidiebeschikkingen over 2022 rekening mee is gehouden en een hoger uitvallende indexering over 2023 ontstaan er significante structurele tekorten op de OV-concessies voor een bedrag van € 6,7 mln. Met deze structurele aanvulling wordt het tekort gedicht.
B5. 2-1 Omzetting investering naar exploitatie
Voor de oeververbindingen Rotterdamse Regio - Bijdrage Multimodale brug is € 9,8 mln gereserveerd in de reserve Bereikbaarheid. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd uit de reservering voor indexering in het PZI. Dat zijn echter investeringsmiddelen die omgezet moeten worden in exploitatiemiddelen.
B6. 3-1 Windenergie Lansingerland
In het coalitieakkoord hebben de partijen afgesproken op zoek te gaan naar een alternatieve locatie voor windenergie in de gemeente Lansingerland en windenergie met een projectbesluit mogelijk te maken. Als er geen alternatieve locatie gevonden wordt, maakt de provincie windenergie op Bleizo-West mogelijk. Voor het opstarten en voorbereiden van een projectbesluit is het nodig om diverse onderzoeken te doen (o.a. naar milieueffecten, marktconsultatie), participatie vorm te geven en uit te voeren, en het procedure van het project besluit goed te begeleiden. Hiervoor is in totaal € 0,5 mln nodig verdeeld over 2024 en 2025.
B7. 4-1 Subsidieverleningen voor de RNIZ-regeling
De subsidieverleningen voor de Regionale Netwerken in Zuid-Holland (RNIZ)-regeling vanuit de openstelling 2023 hebben inmiddels plaatsgevonden. De eerdere schattingen van de gefaseerde lastneming wordt dan ook nu vervangen door de werkelijke faseringen. Dit leidt tot extra lasten in het jaar 2024. Tevens wordt nu de fasering van lasten verwerkt van toekomstige openstellingen (2025 en verder).
B8. 4-1 Verplaatsing berijventerreinen
We blijven woningbouwplannen van gemeenten toetsen op mogelijke conflicten met aanwezige
bedrijven uit de hogere milieucategorieën. Bedrijven met lage milieucategorieën mogen niet meer op
een bedrijventerrein gevestigd zijn met een hogere milieucategorie. Inzet is om hoge milieucategorie
bedrijven op de daarvoor bestemde plekken te concentreren door middel van een verplaatsingsfonds. Het rijk stelt middelen beschikbaar voor pilots en zal waarschijnlijk cofinanciering van deelnemende partners vragen.
Ook de vraag vanuit gemeenten en regio's naar hulp van de provincie bij bedrijfsverplaatsingen
neemt toe waarbij de eerste casussen zich al aandienen. Hiertoe wordt bij Voorjaarsnota 2024 een start gemaakt door recent vrijgevallen middelen vanuit het economisch domein deels beschikbaar te stellen voor bedrijfsverplaatsingen. Vanwege de doorlooptijd van de daadwerkelijke uitgaven (plan tot uitvoering) worden de middelen tot de daadwerkelijke start bewaard in de reserve versterking economie. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.
B9. 4-2 Vrijval restauratieprojecten 2022
Er zijn 2 besluiten m.b.t. het intrekkingen van restauratieprojecten 2022. Dit betekent dat er totaal € 0,4 mln vrijvalt.
B10. 4-3 Beklemming jaarrekening 2023: Restauratie monumenten
Er zijn in de jaarrekening 2023 middelen voor restauratie van rijksmonumenten en erfgoedlijnen overgebleven voor € 0,7 mln. In de Voorjaarsnota wordt het voorstel gedaan dit resultaat te beklemmen. Deze middelen zullen worden ingezet ten behoeve van een storting in het Cultuurfonds voor Monumenten van het Nationaal Restauratiefonds (NRF). Deze middelen worden dan door het NRF beschikbaar gesteld in de vorm laagrentende leningen ten behoeve van de verduurzaming van gemeentelijke monumenten in Zuid-Holland. Het NRF zal de provinciale inleg matchen tot € 1 mln.
B11. 4-3 Beklemming jaarrekening 2023: Stichting kunstgebouw
Een eenmalige bijdrage beschikbaar als tegemoetkoming in de loonkosten bij stichting Kunstgebouw.
Daarvan wordt circa € 0,1 mln gedekt uit de vrije middelen welke bij de jaarrekening 2023 zijn vrijgevallen binnen dezelfde ambitie.
B12. 4-1 Interreg-cofinanciering EFRO
Voor de provinciale cofinanciering van projecten uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) was een openstelling in 2023 verwacht met een lastenpatroon dat doorliep in 2024. Deze openstelling heeft niet plaatsgevonden. Openstelling zal in 2024 alsnog gebeuren. De lastnemingen worden daarom naar achteren in de tijd verplaatst. Effect op de financiële ruimte is een verschuiving van 2024 naar 2027.
B13. 4-1 Circulair subsidie
Er is in 2023 één subsidiedossier verleend dat voor de uitvoeringsperiode twee jaren nodig heeft, 2024 en 2025. De lasten worden zodoende (€ 0,1 mln) van 2024 naar 2025 verplaatst.
B14. 4-1 Human Capital - subsidieverlening later in tijd
Voor het onderwerp Human Capital is op basis van voortschrijdend inzicht (op grond van nieuwe deelakkoorden met partijen en verlenging van bestaande deelakkoorden) de financiële prognose bijgesteld. Enkele deelakkoorden kosten vragen uitwerkingstijd dan eerder geschat. Effect is een verplaatsing van € 0,2 mln van het jaar 2024 naar 2025.
B15. 4-1 Breed MKB - subsidie uitvoering later in tijd
In 2024 vindt een subsidie-openstelling plaats van de 'MKB deals' voor gemeentelijke partijen. Geschat wordt dat een klein deel van de subsidie-uitvoering in 2025 plaatsvindt. Daarom worden de subsidielasten gespreid over twee jaar (2024 en 2025).
B16. 5-1 Faunabeheer meerkosten
Faunaschade: Aanvraag € 1 mln incidenteel (2024), € 2 mln structureel (2025-2039) voor tegemoetkomingen, wegens groeiende kosten en wettelijke verplichtingen.
Fauna VTH-taken: Aanvraag € 1 mln structureel (2024-2039) voor VTH-taken, vanwege toenemende complexiteit en klachten door maatschappelijke ontwikkelingen op Natura 2000-gebieden.
B17. 5-1 Beklemming jaarrekening 2023: Subsidies ZH-PLG
Het is in 2023 niet gelukt om de conceptplannen uit te werken tot volwaardige projectvoorstellen die kunnen dienen als basis voor een subsidieaanvraag. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de definitieve projectvoorstellen, zodat in 2024 daadwerkelijk gestart kan worden met het subsidieproces.
B18. 5-1 Natura 2000
Voortschrijdend inzicht in de gesubsidieerde activiteiten leiden tot hogere verwachte lasten in 2024 met
betrekking tot Natura 2000. De verwachte lasten worden voor € 3 mln gedekt uit een, van het Rijk ontvangen,
specifieke uitkering.
B19. - B21 & B23. - B24 Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoelen 5-1 & 5-2
Voortschrijdend inzicht zorgt ervoor dat middelen van 2024 doorschuiven naar 2025 t/m 2028 op de onderwerpen Uitvoeringskosten ZH-PLG, uitvoering stikstofaanpak, Invasieve exoten, Landbouwbeleid en Beleidsonderzoek Water.
B22. 5-2 GLB/NSP (theoretische) meerjarenprogrammering
In deze Voorjaarsnota wordt de voorlopige (theoretische) programmering in de begroting verwerkt van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid/Nationaal Strategisch Plan (GLB/NSP). De term theoretisch slaat op de aannames die nu gehanteerd zijn met verwachte momenten van openstelling, ontvangst van aanvragen en proces om te komen tot verlening. Daarbij worden ook uitgangspunten m.b.t. omvang van de aan te vragen subsidies gehanteerd. Zodra subsidies werkelijk verleend worden ontstaat meer inzicht in de werkelijke verdeling over de tijd.
B25. 6-1 Kasritme wijziging subsidieregeling NPRZ
Door een eerder dan verwachte subsidievaststelling dient budget van de subsidieregeling Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) van 2025 naar voren te worden gehaald.
B26. 6-1 Kasritme wijziging SPUk Flexpool
Binnen de trajecten die gedekt worden uit de specifieke uitkering (SPUk) Flexpool wijzigen kasritme en budgetten van de subsidieregeling Vliegende brigade.
B27. 7-1 Groei in Toezichtsprogramma DCMR & B28. 7-1 Groei in Vergunningenprogramma DCMR
De bijstelling is een saldo van een voordelige en nadelige bijstelling. Door toename van het aantal bedrijven en installaties onder bevoegd gezag van GS zijn de kosten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving bij de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) structureel toegenomen (€ 0,9 mln).
B29. Incidentele teruggave omgevingsdiensten i.v.m. verwachte onderbesteding 2024
In verband met diverse oorzaken gelegen in onderbesteding bij DMH en ODWH in 2024 kan incidenteel € 0,6 mln vrijvallen ten gunste van het begrotingssaldo.
B30. 7-2 Doorschuiven middelen Toerisme
Voor Toerisme en recreatie in Balans wordt € 0,6 mln van 2024 naar 2025 overgeheveld. Dit vanwege het beschikken van de subsidie rond de jaarwisseling. De uitvoer van de werkzaamheden na beschikking vinden in 2025 plaats. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.
B31. 7-3 Klimaatadaptatie uitvoering
In verband met de laatste inzichten omtrent subsidieverlening nemen we € 1 mln budget uit 2024 aan te verlenen subsidies gespreid op in de komende drie jaren. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.
B32. 8-1 Extra budget onroerendezaakbelasting
In verband met sterk stijgende onroerendezaakbelasting op Provinciaal vastgoed is er momenteel onvoldoende dekking in de begroting. Naar verwachting zullen de structurele lasten op de onroerendezaakbelasting met € 0,254 mln stijgen. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.
B33. 8-1 Doorschuiven middelen informatietransitie
Verschuiving van budget informatietransitie van 2024 naar 2025. De redenen die hiervoor gegeven zijn, is een vertraging in de inhuur voor verandermanagement en businessimplementatie en het voorzichtig zijn met doen van uitgaven.
C: Incidentele inzet € 150 mln coalitieakkoord
Hetgeen wat aan beleid en besluiten nog ontwikkeld wordt met betrekking tot de inzet van deze incidentele posten moet voldoen aan de voorwaarden voor incidentele posten conform BBV. Indien de uiteindelijke besluitvorming niet aan die voorwaarden voldoet worden de kosten alsnog geclassificeerd als structureel. Bij investeringsbesluiten betekent dat hogere kapitaallasten en bij andere besluiten dat het structurele beleid tijdelijk van extra middelen wordt voorzien.
C1. 2-1 Luchtvaart
Er wordt ingezet op € 2 mln voor de subsidieregeling Vertiports en routes Ontwikkeling van de eerste vertiports in Nederland. Is er € 0,2 mln beschikbaar voor onderzoek RTHA en € 0,2 mln voor luchtruim corridors BVLOS (mogelijk maken vliegen buiten zicht voor drones) en € 0,1 mln voor onderzoeken naar beleid drones en vertiports.
C2. 2-1 Verduurzaming binnenvaart
De verduurzamingsopgave waar de binnenvaart voor staat, is groots en complex en de sector is niet in staat om dit op te lossen zonder hulp van buitenaf. De provincie wil impact op stikstof- en co2 reductie in de eigen regio. Dit kan versneld behaald worden door een groep van 50 schepen, die nu in beeld zijn en die varen in de eigen regio, te ondersteunen naar schonere schepen. De inzet zit op schepen, 6 snellaadpunten en bijbehorende infra.
C3. 2-1 Proef korting OV minima
Om verkeersarmoede te voorkomen, voeren we voor 2025 tot 2029 een proef in voor een ov-kortingsproduct voor minima. De doelgroep en de inhoud van dit product stemmen we af met gemeenten. Dit doen wij bij voorkeur provinciebreed, samen met Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Indien dit niet mogelijk blijkt doen wij het alleen in onze concessiegebieden. Vanuit de provincie is € 2,5 miljoen per jaar voor de proef beschikbaar met als voorwaarde dat het wel uitvoerbaar moet zijn.
C4. 2-2 Extra ambitie hinderbeperking Beheer & Onderhoud
Extra inzet vanuit de € 150 mln incidenteel uit het coalitieakkoord op extra maatregelen voor het beperken van hinder voor met name fietsers en voetgangers.
C5. 3-1 Energie naderingsdetectie
Met onze inwoners en Provinciale Staten wil ook het College graag de storende verlichting van windparken vermijden. Met het rijk is het gelukt afspraken te maken onder welke voorwaarden dat mag. Dat vraagt het toevoegen van naderingsdetectie van vliegtuigen bij windparken. IPO heeft met het Rijk en de sector afgesproken dat zij het toepassen van naderingsdetectie bij bestaande windparken deels te financieren. De exploitant betaalt 60% van de kosten, het Rijk 20% en de provincie de resterende 20%. Daarbij is afgesproken dat de provincie de subsidieregeling vaststelt. Bij Voorjaarsnota vragen we € 0,2 mln om dit mogelijk te maken.
C6. 3-1 Energie Klimaatneutrale en circulaire industrie
In het kader van de energie- en grondstoffentransitie wordt door het havenbedrijf nadrukkelijk gekeken naar waterstof en waterstofdragers, zoals ammoniak. Het grootschalig gebruik van ammoniak (import, overslag, opslag, verwerken en transport) brengt veiligheids- en milieurisico’s met zich mee. De provincie staat voor een veilige en gezonde energietransitie en laat de veiligheid en risico's van diverse scenario's met waterstof(dragers) onderzoeken.
C7. 5-1 Exoten bestrijding
Extra inzet vanuit de € 150 mln incidenteel uit het coalitieakkoord. De waterteunisbloem moet bestreden worden, hiervoor is een incidenteel budget van € 1,5 mln beschikbaar in 2024.
C8. 5-2 Landbouwtransitie
Voorfinanciering voor 2024 om door te kunnen pakken in de Landbouwtransitie, vooruitlopend op Rijksfinanciering in het kader van ZH-PLG. De provincie Zuid-Holland heeft bestuurlijk haar steun uitgesproken aan het initiatief vanuit het agrarische collectief ‘Boeren met Perspectief’ om via het Fieldlab Groene Hart versneld een transitie naar een emissiearme, natuurinclusieve kringlooplandbouw te realiseren in het Veenweidengebied. Hiervoor wordt in 2024 een bedrag van € 4,3 mln beschikbaar gemaakt.
C9. 5-3 Water en bodem sturend
Het principe water en bodem sturend zal de komende periode nader uitgewerkt worden. Verwachting is dat hiervoor incidenteel geld nodig is van € 0,5 mln per jaar voor de periode 2024-2027.
C10. 5-3 Water / VTH – KRW
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving: met de Omgevingsdiensten worden afspraken gemaakt en belegd in de werkplannen 2024 over VTH-taken in relatie tot (indirecte) afvalwaterlozingen, in de grondwaterbeschermingsgebieden, in relatie tot hergebruik afvalwater en aanvullende strategische voorraadgebieden voor drinkwater.
C11. 6-1 Doorbouwgarantie & C12. 6-1 Motie 1299 projectbesluit
Middelen voor doorbouwgarantie (motie 1299). Er komt nieuwe wetgeving aan: de wet Regie Volkshuisvesting vraagt nieuwe taken en meer regie van provincies o.a. op (nieuwe) doelgroepen en betaalbaar wonen. Er zal met deze wet geen extra budget meekomen vanuit het Rijk. Ook zien we dat Provinciale Staten meer stuurt op het afdwingen van het bereiken van de doelen op het gebied van wonen, met moties die vragen om projectbesluiten, grenzen stellen aan het prijsniveau van middensegment, doorbouwgarantie en zelf bouwen van woningen. Dit zijn complexe vraagstukken die deels ook nieuwe expertise verlangen. Hiervoor wordt in 2024 in totaal € 3,8 mln voor beschikbaar gemaakt.
C13. 6-2 Landschapspark Zuidvleugel / Rottezone
De Rottezone is een van de zes zones van het Landschapspark Zuidvleugel. Een overgangszone tussen het stedelijk gebied en het landelijk gebied, waar versterking van het landschap nodig is. Het collegeakkoord geeft aan dat het college in haar rol van gebiedsregisseur, zorgvuldig wil afwegen welke ontwikkelingen in welk landschap wenselijk zijn. Hiervoor wordt in 2024 € 0,5 mln voor beschikbaar gemaakt en in 2025 € 2,5 mln.
C14. 7-1 Ontwikkelprogramma Gezond en Veilig
Het ontwikkelprogramma gezond en veilig is voor een deel gefinancierd met impulsmiddelen. Deze middelen maken het mogelijk om naast procesondersteuning ook projecten uit te voeren en subsidies te verlenen als onderdeel van de samenwerking in het netwerk. Hiervoor wordt in de periode 2025-2027 per jaar € 0,4 mln beschikbaar gemaakt.
C15. 7 -3 Klimaatadaptatie subsidieregeling
Met het beschikbaar stellen van € 1 mln voor de periode 2024-207 kan deze collegeperiode de subsidieregeling worden gecontinueerd.
C16. 8 - 1 Extra budget voor circulair vastgoed
Om circulair te bouwen en te slopen van vastgoed is het van belang dat ons vastgoed in een BIM (Building Information Model) gezet wordt en een materialen paspoort wordt opgesteld. Hiervoor wordt een incidenteel budget gevraagd van € 0,2 mln.
C17. 8 -1 DMJOP Huisvestingsvisie
Voor het opstellen van een huisvestingsvisie in het kader van het Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan (DMJOP) wordt een incidenteel budget gevraagd van € 0,5 mln.
C18. 8 - 1 Heroriëntatie financiële processen en systemen
De noodzaak tot heroriëntatie van de financiële processen en systemen komt met name voort uit de beperkte technische levensduur van enkele applicaties en de relatief beperkte efficiency van de huidige processen en applicaties. De behoefte om naar de financiële bedrijfsvoeringsprocessen en -systemen te kijken is gebaseerd op de beperkte toekomstbestendigheid van de huidige processen en inrichting van de diverse systemen.
D: Ontwikkelingen binnen algemene middelen
D1. Effecten accres Septembercirculaire 2023
Op 19 september 2023 is de septembercirculaire van het provinciefonds door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gepubliceerd. Provincies worden hierin geïnformeerd over de meerjarige accresontwikkeling van de algemene uitkering en daarnaast over de hoogte van de decentralisatie-uitkeringen. In de lid-GS-brief aan Provinciale Staten van 4 oktober 2023 zijn de meerjarige effecten toegelicht. Deze worden via deze Voorjaarsnota meerjarig in de begroting verwerkt.
D2. Motorrijtuigenbelasting
Voor de verwachte ontwikkeling van de opbrengst uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting baseren we ons op de raming van de Belastingdienst die we jaarlijks in januari ontvangen voor het lopende jaar. Bij die actualisatie houden we ook rekening met het feit dat vanaf 2026 de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor hybride en elektrische voertuigen volledig komt te vervallen (waarbij 2025 een transitiejaar is waarin de vrijstelling deels vervalt) . Daarbij hanteren we een conservatief scenario omdat we er rekening mee houden dat het Rijk nog met aanvullende stimuleringsmaatregelen zal komen voor elektrische voertuigen.
De verwachte stijging in de opbrengst is voor een klein deel toe te schrijven aan een algemene vergroting van het wagenpark en voor het grootste gedeelte aan het feit dat het aandeel elektrische voertuigen veel sneller is gestegen, waardoor het aflopen van de vrijstelling van deze voertuigen ook een veel grotere impact op de verwachte inkomsten heeft.
D3. Extra dividendontvangsten
De provincie is aandeelhouder van de BNG, de NWB en de ZEH (voorheen onder de naam PZEM) en ontvangt jaarlijks een vergoeding in de vorm van dividend. Omdat ZEH over het jaar 2023 voor het eerst weer dividend uitkeert, en voornemens is omdat de komende jaren te blijven doen, is er sprake van een licht hogere dividenduitkering dan in de begroting was opgenomen.
D4. & D5 Kapitaallasten (rente en afschrijvingen)
Door de verschuiving van de investeringen in de tijd (inclusief de verwerking van de onderuitputting op de investeringen 2023) wijzigen de afschrijvings- en rentelasten in het meerjarenperspectief. De gesaldeerde rentekosten vallen € 5.5 mln lager uit dan begroot. Dit heeft twee oorzaken: door onderuitputting hebben we meer tijdelijke overtollige middelen en de rentevergoeding daarop is bovendien hoger dan voorzien. Bij het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen wordt de Regeling Schatkistbankieren gevolgd. Doordat de ECB de rente verder heeft verhoogd dan waar ten tijde van het opstellen van de begroting rekening mee werd gehouden en de rente bovendien langer op dit hoge niveau heeft gehouden, is de vergoeding op Schakistbankieren ook hoger.
Voor de effecten na 2024 verwijzen naar de Kadernota 2025, meer specifiek de paragraaf Toelichting mutaties - Lasten - Rente.
D6. Aanvullen stelpost looncompensatie
In de Kadernota 2024-2027 is per abuis de stelpost looncompensatie slechts tot 2027 aangevuld. In de Voorjaarsnota wordt de stelpost structureel opgevoerd voor 2028 en verder.
D7. Incidentele verhoging budget arbeidscapaciteit
In de Voorjaarsnota is additioneel budget opgenomen voor arbeidscapaciteit voor de jaren 2024 en 2025. Voor nadere details verwijzen wij naar de paragraaf Arbeidscapaciteit .
D8. 9-1 Aankoop autoveer De Blankenburg - exploitatie naar investering
Het budget voor de aankoop en reparatie van het autoveer De Blankenburg was in eerste instantie als een exploitatie-uitgave begroot. Na overleg en afstemming met de accountant is vastgesteld dat beide elementen als investeringsuitgaven gezien moet worden. Daarom wordt de begroting op dit punt aangepast.
D9. Financieel resultaat gesloten systeem
Bij het herverdelen van het groene gesloten systeem zijn er lagere kosten ontstaan. Om deze reden kan € 0,2 mln worden toegevoegd aan de financiële ruimte.