Wat gaan we doen om het beleidsdoel te realiseren?

Voor Beleidsprestatie 4-1-1 geldt dat de toegekende middelen voor het jaar 2024 beperkt zijn. We bezuinigden ten opzichte van de jaren van de vorige collegeperiode. Het rijk stelde inmiddels ook voor het jaar 2024 budget voor de MIT-subsidieregeling beschikbaar (Mkb Innovatiestimulering Topsectoren; de keuze wordt steeds voor slechts 1 jaar gemaakt). Voorwaarde is nog altijd dat deze middelen pas worden toegekend nadat een provincie eerst zelf middelen beschikbaar stelt. We kozen voor 2024 inderdaad om een deel van de toegekende € 13 mln aan eigen provinciale middelen voor deze regeling in te zetten, waarmee we voor dit jaar toekenning en inzet van rijksgeld bereiken. Hierdoor dempen we enigszins de achteruitgang in middelen dit jaar.

Afgebouwd zijn :

• Het subsidiebedrag voor de genoemde MIT-regeling. Dit houdt ook in dat de rijks-inleg voor deze regeling naar beneden gaat. In totaal wordt in 2024 circa €11 mln aan de regio ter beschikking gesteld. De afgelopen jaren was dat € 14 - € 16 mln. Een achteruitgang, inclusief beperktere rijksbijdrage, van € 3 mln - € 4 mln per jaar (>20%).
• Het materiële budget voor het onderwerp ACCEZ is afgebouwd van circa € 1 mln per jaar naar € 0,3 mln per jaar (-70%).
• Specifiek investeringsbeleid voor de topsectoren zoals Eiwittransitie of Smart Industry bouwden we af. We zetten in op handhaving van de opgebouwde relaties en netwerken in de regio. Dit brengt meer nadruk op de huidige personele inzet met zich mee, daar waar we bijdragen vanuit materiële middelen moeten verlagen. Dit heeft als effect dat het stimuleren en investeren in eventuele nieuwe clusters niet meer aan de orde is. Het effect ten opzichte van de afgelopen collegeperiode is een afbouw van materiële inzet van rond de €4 mln in 2024 (-70%).

Om binnen de mogelijkheden de gestelde doelen op gebied van innovatie te bereiken worden de volgende succesvolle subsidieregelingen opengesteld (al beschreven in de Begroting 2024):

• De genoemde MIT-regeling voor innovatie in het mkb;.
• Regionale Netwerken voor innovatie in Zuid-Holland, voor het versterken van het organiserend vermogen van innovatieve economische clusters en hun onderlinge verbondenheid.

Daarnaast zijn bij Begroting 2024 middelen beschikbaar gesteld om bij te dragen in de volgende onderwerpen:

• Vormgeven en uitwerken van prioriteiten uit de nationale en regionale Groeiagenda.
• Vaste financiering van de InnovationQuarter-organisatie, de ontwikkelingsmaatschappij van Zuid-Holland.
• Vaste financiering van de Economic Board Zuid Holland (EBZ) organisatie.
• Campusomgevingen, fieldlabs, innovatieprogramma’s en voucherregelingen: het betreft middelen uit de Europese EFRO-regeling via het Kansen voor West-programma. De Europese middelen lopen hierbij niet via de provinciale administratie maar via de managementautoriteit van het Kansen voor West-programma, dit is de gemeente Rotterdam.
• Inrichting en uitwerking van de Spacecampus in het kader van de regiodeal Noordwijk, onder meer het ‘basecamp gebouw’ dat een centrale functie op het terrein moet krijgen.
• Het Startup in Residenceprogramma en andere activiteiten die het Innovatieteam uitvoert.
• Het project ACCEZ voor ontwikkeling van hergebruik in basismaterialen van onder meer de bouwwereld.
• Breed mkb, waarbij wordt gewerkt aan een robuust ecosysteem voor ondernemerschap om het brede midden- en kleinbedrijf in Zuid-Holland te versterken en te ondersteunen, onder meer via de subsidieregeling ‘mkb-deals’ met gemeenten.
• Leerpark Drechtsteden, bedoeld om het innovatieklimaat in de maritieme maakindustrie te versterken door de vestiging van startups en scale-ups. Daartoe wordt de centrale campus Leerpark verder ontwikkeld met onder andere de ‘Maakfabriek’.

Bijstelling huidige activiteitenprogramma
Het verkorte activiteitenprogramma uit de begroting 2024 voor deze beleidsprestatie blijft bij Voorjaarsnota vrijwel geheel in stand. Slechts van enkele specifieke activiteiten verplaatsen we een gedeelte naar 2025 en verder. Van enkele onderwerpen breiden we de activiteiten in het huidig jaar juist uit.

Het Aerospace-campusterrein in Noordwijk wordt voorzien van het genoemde basisgebouw met algemene voorzieningen. Dit moet een aanzuigende werking geven naar specialistische bedrijven uit de sector die zich mogelijk op het terrein kunnen vestigen. De aanbesteding van de bouw is momenteel in tegenstelling tot eerdere schattingen nog niet rond. In 2024 zal dit proces verder worden vormgegeven. Het deelbudget van de provincie voor dit gebouw wordt zolang teruggestort in de programmareserve. Bij helderheid over de bouw en de jaren waarin uitvoering zal plaatsvinden, brengen we dit bedrag (€ 2,8 mln) opnieuw ter begroting.
Verder wordt vanuit Aerospace dit jaar € 0,5 mln bijgedragen aan de Campus-subsidieregeling 2024. De lasten worden gespreid over 2 jaar.

Er is veel animo voor de RNIZ-subsidies voor netwerken in de regio. Het plafond verhogen we daarom van € 1 naar € 1,5 mln. Daarmee komt het plafond op hetzelfde bedrag als de afgelopen jaren. De lastneming plaatsen we in 2026 omdat de netwerken hun subsidie gefaseerd inzetten en besteden.

Er is eveneens veel animo voor de ‘Interreg’ subsidies in de regio. Het plafond verhogen we daarom van € 1,8 mln naar € 2,3 mln. Financiering vindt plaats vanuit innovatiebudget dat al aanwezig was in de begroting en intern wordt herschikt. Het betreft cofinanciering op de Europese regeling.

Voor de provinciale cofinanciering van Europese EFRO projecten was bij Begroting 2024 een openstelling nog in 2023 verwacht, met een lastenpatroon dat doorliep in 2024. Deze openstelling vond niet plaats. Openstelling zal in 2024 alsnog gebeuren. De lastnemingen verplaatsen we daarom naar de toekomst. Huidige schatting is dat uitvoering doorloopt t/m 2027.

In 2024 vindt bij Voorjaarsnota een subsidie-openstelling plaats van de 'mkb-deals' voor gemeentelijke partijen, voor ondersteuning van het brede MKB (€ 0,7 mln). Geschat wordt hierbij dat een klein deel van de subsidie-uitvoering in 2025 plaatsvindt. Daarom spreiden we de subsidielasten over 2 jaar (2024 en 2025).

Er is veel behoefte in de regio aan middelen voor de Life Science sector. Er worden bij Voorjaarsnota 2024 4 subsidieverleningen ingebracht voor verlening:

• Voor Yes! Delft (de startup-plek van de TU Delft).
• Voor de Zorg Innovatie Hub (in dit pand in Den Haag komt onder meer ruimte voor innovatieve eerstelijnszorg en welzijn, toegepast onderzoek, onderwijs, een zorgtechnologie demonstratiewoning en een uitleenservice).
• Voor RegMed XB (Regenerative Medicine Crossing Borders), dit is een publiek-private samenwerking bestaande uit verschillende onderzoeksinstituten, universiteiten, bedrijven, overheden en organisaties als de Hartstichting, het Diabetes Fonds en de Nierstichting.
• Voor ZorgTech - het programma voor innovatieve ondernemers die de gezondheidszorg verbeteren en betaalbaar houden. Het biedt regionale ondernemers gedeeltelijke financiering, toegang tot faciliteiten en expertise, en toegang tot een relevant netwerk. Het programma wordt uitgevoerd samen met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), Medical Delta, TNO en InnovationQuarter.

In totaal betreft het € 0,9 mln. Een gedeelte van deze middelen verspreiden we over 3 jaren gezien de fasering van de activiteiten bij de subsidieontvanger.

Op basis van de actuele inzichten passen we de budgetverdeling van de MIT-subsidies die t/m 2023 zijn verleend, over de jaren van de looptijd licht aan. De budgetmutatie (effect een verlaging van rond € 0,9 mln) is van beperkte aard afgemeten aan de subsidieopenstelling 2024 van rond € 11 mln.
Daarnaast heeft het ministerie van Economische Zaken zoals gezegd recent zijn toezegging gedaan voor inleg in het jaar 2024 (€ 6,1 mln). Dit is nu in de budgetten verwerkt, gefaseerd over 2024 en verder. Voor 2024 is het effect een extra budget in de exploitatie van circa € 2,3 mln.

Voor het jaar 2024 zijn er ook voor de tuinbouwsector minder provinciale middelen beschikbaar dan in de jaren daarvoor. Het effect is een afbouw van rond de € 1 mln per jaar. Daardoor verlegden wij het accent op onze rollen op onderdelen. We maken daarom de beweging naar minder subsidie- en ander materieel geld en nadrukkelijker inzet van de personele capaciteit voor regionale regievoering, facilitering van (overleg)structuren en verdieping en uitbreiding van de bestaande relaties in de regio. Er wordt binnen de mogelijkheden prioriteit gegeven aan digitalisering en aan verduurzaming van energie, water en logistiek:

• Duurzame teelt door duurzaam waterbeheer en stimulans van de ‘emissieloze kas’.
• Voortgang op al ingezette moderniseringstrajecten in de Broekpolder, Oranjepolder en rond Aalsmeer;
• Voortzetting van het Energieakkoord Greenport West-Holland.
• Verlengen van de inzet op verlaging van uitstoot van spoor en binnenvaart.
• Voortgang in de ontwikkeling van Dutch FreshPort (Ridderkerk-Barendrecht).
• Continuering van de gesloten ‘Innovatiepacten’ voor weerbaar telen, digitalisering of circulariteit.
• Handhaven en voortzetten van de bestaande jaarsubsidies voor de regionale Greenports voor versterking van het netwerk om met overheden en kennisinstellingen samen te werken.

Intensiveren van beleid, aanvullende procesfinanciering voor gebiedsontwikkeling of het beschikbaar stellen van middelen voor gebiedsinvesteringen is niet mogelijk.

De provincie richt zich bij de transitie van het havenindustrieel complex (HIC) op:

• Samenwerking en innovatie stimuleren;
• Havengerelateerde ontwikkelingen en overslaglocaties ruimtelijk mogelijk maken.
• Een energie- en grondstoffenefficiënte haven stimuleren en faciliteren.
• De Greenport- en Mainportrelatie stimuleren door het bedrijfsleven te faciliteren.

We ondersteunen studies en pilots in de maritieme sector. Daarnaast is er in 2024 en 2025 in totaal incidenteel € 3 mln begroot voor de beoogde subsidie-openstelling Kansen voor West 3, die zich richt op verduurzaming van het HIC. Er zijn geen wijzigingen van beleid dat is gebaseerd op de huidige toegekende middelen.

Op basis van het huidige materiële budget van € 1 mln per jaar kan voor dit onderwerp niet worden geïntensiveerd in de regio, terwijl dat gezien maatschappelijke signalen wel zou moeten gebeuren. Wij handhaven onze rol in het regionale netwerk van instituten, kennisorganisaties en samenwerkingsverbanden via lopende trajecten op de volgende gebieden:

• Goede digitale infrastructuur zoals 5G en glasvezel.
• Stimuleren van digitale innovaties zoals kunstmatige intelligentie (AI) en quantumtechnologie.
• Mensgerichte transitie met de focus op kennis en vaardigheden in de arbeidsmarkt, het brede mkb, smart city initiatieven (zoals slimme lantarenpalen) en ethiek en waarden.
• Het stimuleren van ‘cyberinnovatie’ en ‘cyberbewustzijn’ bij bedrijven.

Omdat met name het brede mkb en ook kleine en middelgrote gemeenten het lastig hebben bij bovengenoemde onderwerpen, verspreiden we kennis en bewustzijn onder deze doelgroepen.

Met het huidige budget voor 2024 kan slechts worden ingezet op handhaving van het beleid van de afgelopen jaren. Terwijl er duidelijke maatschappelijke signalen zijn dat we dan de afgesproken langetermijndoelen niet op tijd behalen, zoals de afspraken uit het Grondstoffenakkoord. De beperkte activiteiten blijven gericht op:

• De uitbouw van de circulaire vernieuwersnetwerken, hun ambities en agenda’s. Het gaat hierbij om de thema’s biobased bouwen, natuurlijke reststromen, circulaire zonne-energie en de opbouw van een netwerk voor retoursystemen voor plastic verpakkingen.
• Vernieuwende doorbraakprojecten stimuleren en uitvoeren die de circulaire toekomst hanteerbaar en tastbaar maken. Hiervoor stellen we de subsidieregeling Circulair Zuid-Holland opnieuw open.
• Kennisdeling en regionale samenwerking rond het thema circulair verder stimuleren en ondersteunen, met speciale aandacht voor gemeenten.
• De agenda Circulair Zuid-Holland actualiseren, een provinciebreed onderwerp dat alle ambities raakt. Elke ambitie heeft 2022 een eerste agenda opgeleverd met de bijdrage die zij levert aan de transitie naar een circulaire maatschappij.

Bijstelling huidig activiteitenprogramma
We verplaatsen van 1 subsidieverlening een klein bedrag van 2024 naar 2025 (< € 0,1 mln). De subsidieontvanger gaf aan 2 jaar nodig te hebben voor de uitvoering.

Ook bij deze beleidsprestatie is in 2024 slechts sprake van handhaving van bestaande activiteiten. Om doelstellingen te realiseren zijn onder meer de volgende al bestaande activiteiten en initiatieven geprogrammeerd:

• Verlenging van de subsidieregeling Verduurzaming bedrijventerreinen om maatregelen voor Energiebesparing en duurzame opwekking en Verduurzaming in groen en Circulariteit te subsidiëren.
• Openstelling van de subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen om samenwerkingsverbanden van bedrijven op te richten en te stimuleren toe te werken naar toekomstbestendige bedrijventerreinen.
• Openstelling van de subsidieregeling planvorming detailhandel om samenwerking binnen winkelgebieden te stimuleren, te komen tot vitale centra en leegstand tegen te gaan.
• Naar aanleiding van de behoefteraming kantoren de Omgevingsverordening en Omgevingsprogramma evalueren en waar nodig aanpassen. Na aanpassing de regionale kantorenvisie voorbereiden.

Investeringen zijn niet mogelijk. In dat licht moet ook het onderstaande verzoek worden gelezen.

Bedrijfsverplaatsingsfonds
Het coalitieakkoord geeft aan dat er voldoende ruimte voor bedrijven in hoge milieucategorieën, milieuzones en watergebonden bedrijven moet blijven. Woningbouwplannen van gemeenten toetsen we op mogelijke conflicten met aanwezige bedrijven uit de hogere milieucategorieën. Bedrijven met lage milieucategorieën mogen niet meer op een bedrijventerrein gevestigd zijn met een hogere milieucategorie. Het beter benutten van terreinen vraagt onder andere om verplaatsing van bedrijven. We gaan bij het Rijk pleiten voor de instelling van een ‘verplaatsingsfonds’ waarmee bedrijven verplaatst kunnen worden.
Daarnaast is in PS geregeld aangegeven dat een verplaatsingsfonds nodig is om de bestaande ruimte voor bedrijvigheid in Zuid-Holland optimaal te benutten en daarmee mogelijk ruimte vrij te spelen voor andere functies.
Er is een ‘fiche’ voor een nieuw kabinet opgesteld om op rijksniveau te werken aan een verplaatsingsfonds. Het rijk heeft € 9 mln beschikbaar voor 3 à 4 pilots en vraagt waarschijnlijk co-financiering van deelnemende partners.
Ook de vraag vanuit gemeenten en regio's naar hulp van de provincie bij bedrijfsverplaatsingen neemt toe. Kortom, er is behoefte aan co-financiering door de provincie. Hiertoe maken we bij de Voorjaarsnota 2024 een start door recent vrijgevallen middelen vanuit het economisch domein (circa € 5 mln; ná de situatie waarop de € 150 mln is vrijgemaakt voor deze collegeperiode) deels beschikbaar te stellen voor bedrijfsverplaatsingen. De middelen bewaren we tot de daadwerkelijke start in de programmareserve. Het voorgestelde bedrag is € 3,8 mln.

De huidige middelen (€ 1 mln per jaar voor nieuwe Human Capital-akkoorden en -subsidies) zijn circa 50% lager dan die uit de vorige collegeperiode (€ 2 mln per jaar). Dat houdt in dat er substantieel minder deelakkoorden in de regio kunnen worden gesloten en we minder subsidie als gevolg van zo’n deelakkoord beschikbaar kunnen stellen. De keuze maakten we om de inzet van personeel op dit onderwerp niet te verlagen, zodat we in de opgebouwde relaties kunnen blijven investeren.
De beoogde acties om de afgesproken doelstellingen te bereiken zijn:

• Instandhouding van het programmateam, in samenwerking met InnovationQuarter en de Economic Board Zuid-Holland.
• Een meerjarige subsidieregeling waarin partijen subsidie kunnen aanvragen voor specifieke sectoren binnen de regionale arbeidsmarkt, aansluitend bij de doelstellingen van de Human Capital Agenda 2.0 Zuid-Holland.
• Samenwerking met andere provincies in Nederland, al dan niet in IPO-verband, waar vergelijkbare projecten voor de arbeidsmarkt zijn of worden ontwikkeld.
• Deelname aan en betrokkenheid bij landelijke arbeidsmarktinitiatieven die zijn gehonoreerd door het Groeifonds.
• Deelname aan en betrokkenheid bij het regionale transitieplan voor Groot Rijnmond en het Haven-Industrieel Complex (HIC) waaronder de Human Capital Coalitie Energietransitie (HCCE) in de haven.

Bijstelling huidig activiteitenprogramma
Voor het onderwerp Human Capital stelden we op basis van voortschrijdend inzicht (op grond van nieuwe deelakkoorden met partijen en verlenging van bestaande deelakkoorden) de financiële prognose bij. Enkele deelakkoorden kosten meer uitwerkingstijd dan eerder geschat. Subsidieverleningen en bijbehorende uitvoeringsperioden budgetteren we nu later in de tijd. Effect is een verplaatsing van circa € 1 mln van het jaar 2024 naar 2025 en 2026.

• Culturele identiteit, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit zijn integraal onderdeel van de provinciale uitwerking van de grote ruimtelijke opgaven. Om daar invulling aan te geven, werken we verder aan de biografie van Zuid-Holland. Deze biedt naast het verhaal van het ontstaan van Zuid-Holland, ontwikkelprincipes voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Het trekt lessen uit het verleden en zoekt direct de verbinding met ontwikkelingen die de komende jaren de ruimtelijke agenda bepalen.
• Voor het kroonjuweel Schurvelingen stellen we een handreiking op in samenwerking met de gemeente Goeree-Overflakkee. Deze handreiking helpt om het bijzondere cultuurhistorisch karakter van dit kroonjuweel een plek te geven bij ruimtelijke ontwikkelingen.
• We blijven daarnaast adviseren over erfgoed in ruimtelijke plannen.

• Stimuleren van restauratie en herbestemming. Met de bijbehorende subsidieregeling verlenen we subsidies voor de restauratie van rijksmonumenten, waarbij specifieke aandacht is voor de restauratie van daken van agrarisch erfgoed. Ook stimuleren we door subsidies en opdrachten duurzaamheids- en toegankelijkheidsmaatregelen voor herbestemming van rijksmonumenten en monitoren we met de Erfgoedmonitor de restauratieachterstand.
• Verlenen van boekjaarsubsidie aan het Erfgoedhuis, zodat deze organisatie in staat is conform de gemaakte afspraken bij te dragen aan de erfgoedsector in Zuid-Holland. In lijn met het indexeringsbeleid indexeren we de boekjaarsubsidie voor het Erfgoedhuis.
• Bijdragen aan verbouwing en vernieuwing van het museum Prinsenhof in Delft.
• Verlenen van boekjaarsubsidie om het vakmanschap in de restauratiemarkt te bevorderen.
• Verlenen van subsidies voor regulier en groot onderhoud molens en draaipremies. Door groot onderhoud is het mogelijk kostbaardere restauraties aan molens uit te stellen. Door hier jaarlijks geld beschikbaar voor te stellen, houden wij de kosten voor de instandhouding van de Zuid-Hollandse molens over de langere termijn zo laag mogelijk. Bovendien blijven de monumentale waarden van deze werktuigen behouden en kunnen deze op veilige wijze worden opengesteld voor het publiek.
• Voor de verduurzaming van (gemeentelijke) monumenten doen wij een eenmalige storting in het Cultuurfonds voor monumenten van het Nationaal Restauratiefonds (NRF).

• Doorontwikkelen van erfgoedlijnen: Om ons erfgoed beter beleefbaar te maken, ontwikkelen we erfgoedlijnen, samen met zo’n 300 in- en externe partners. Met de subsidieregeling voor Erfgoedlijnen subsidiëren we uitvoeringsprojecten op advies van de erfgoedtafels.
• Ook zetten we in op verdere netwerkvorming rondom de erfgoedlijnen en gaan we de erfgoedlijnen herijken.

• Wij dragen zorg voor het beheer van het provinciaal depot voor archeologische vondsten. De middelen zetten we in voor het collectiebeheer, waaronder verdere digitalisering van analoge opgravingsdocumentatie en adequate huisvesting.
• Daarbij bereiden wij ons voor op de verhuizing naar een nieuw provinciaal archeologisch depot in nauwe afstemming met de gemeente Katwijk, die optreedt als bouwheer voor de voorgenomen aanbouw van de locatie waarin het nieuwe depot zich huisvest.
• De subsidieregeling publieksbereik archeologie stellen we opnieuw open. Naar aanleiding van de ondertekening van het Verdrag van Faro door het Rijk, bezinnen wij ons op de wijze waarop wij ons beleid ten aanzien van publieksbereik hierop inrichten.
• In 2021 is de Neder-Germaanse Limes tot Werelderfgoed benoemd. We werken samen met de provincies Gelderland en Utrecht, het Rijk en Duitse partners in een samenwerkingsregeling voor. het beschermen, zichtbaar en bekend maken van dit bijzondere erfgoed.

Om dit te bereiken, subsidiëren we de volgende culturele instellingen met een boekjaarsubsidie (jaarlijks):

• Probiblio ondersteunt, op basis van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, 22 basisbibliotheken met ruim 170 vestigingen in Zuid-Holland. Probiblio is verantwoordelijk voor onder andere distributie van fysieke werken door middel van interbibliothecair leenverkeer en het samen met andere partijen ontwikkelen van innovaties voor lokale bibliotheken.
• Kunstgebouw biedt als expert op het terrein van cultuuronderwijs, tweedelijns ondersteuning aan gemeenten en onderwijs in Zuid-Holland. Dit gebeurt onder andere door de programma’s Cultuureducatie met kwaliteit (CmK), kijkkunst en doekunst voor het primair onderwijs.
• Jeugdtheaterhuis biedt binnen-schoolse en buitenschoolse theatereducatie- en musicallessen voor jongeren op 5 locaties in de provincie Zuid-Holland.
• Popunie ondersteunt beginnende popmuzikanten met een helpdesk, cursussen en workshops in Zuid-Holland. Daarnaast bevordert Popunie het optreedklimaat. Popunie zorgt voor aansluiting van de provincie bij het landelijke programma Kunstbende, een talentenwedstrijd voor jongeren.
• Stichting Educatieve Orkest Projecten (SEOP) laat kinderen kennismaken met klassieke muziek, met name symfonieorkesten via diverse projecten voor het primair onderwijs.
• Provinciaal Bevrijdingsfestival Zuid-Holland. De provincie ondersteunt het provinciaal bevrijdingsfestival Zuid-Holland.

We subsidiëren in 2024 met een begrotingssubsidie incidenteel:

• Themafonds Cultuurparticipatie: We zetten de pilot met het Themafonds Cultuurparticipatie 2023 voort. Daarin werken we samen met het Cultuurfonds Zuid-Holland en Kunstgebouw. We ondersteunen met dit fonds bovenlokale samenwerking van culturele instellingen gericht op publieksbereik.
• Bevrijdingsfestival Den Haag, waarvoor we tevens het provinciehuis beschikbaar stellen.
• Project Gershwin van Stichting Educatieve Orkestprojecten
• Kunstgebouw: Overbruggingsbijdrage in verband met loonstijging.

Verder zetten wij in 2024 in op:

• Netwerkbijeenkomsten cultuurparticipatie gericht op samenwerking tussen Zuid-Hollandse gemeenten.
• Heldere rol van de provincie op het gebied van cultuur in de discussie over de wijziging van het landelijk cultuurstelsel en nieuwe wetgeving (na 2028).