Voor de provinciale cofinanciering van Europese EFRO projecten was een openstelling in 2023 verwacht, waarbij de lasten zouden doorlopen naar 2024. Openstelling zal echter pas in 2024 gebeuren. De lastnemingen vinden daarom later in de tijd plaats. Het lastenverlagend effect in 2024 is € 1,6 mln. Huidige schatting is dat lastnemingen doorlopen tot en met 2027. Fasering via de bestemmingsreserve Versterking economie.

De ontwikkeling van het Basecampgebouw op het Aerospaceterrein in Noordwijk heeft opnieuw vertraging opgelopen. Het begrote budget 2024 van de provincie voor dit gebouw, ter grootte van € 0,4 mln, wordt zolang terug gestort in de reserve Versterking economie. Zodra helderheid is over de bouw en de jaren waarin uitvoering zal plaatsvinden, wordt het totale bedrag (€ 2,8 mln) opnieuw ter begroting gebracht. Dekking ten gunste van de reserve Versterking economie.

De subsidieregeling voor Campus-organisaties in de regio wordt in 2024 opengesteld. De spreiding van de gesubsidieerde activiteiten en daarmee ook de spreiding van de lasten wordt aangepast aan de actuele verwachtingen. Lasten zullen derhalve later in de tijd worden gerealiseerd dan eerder geschat. Een deel van de verleningen betreft de Aerospace sector. Dekking ten gunste van het begrotingssaldo.

De subsidieverleningen voor de RNIZ-regeling vanuit de openstelling 2023 hebben inmiddels plaatsgevonden, omdat de werkelijke faseringen 2024 boven de schattingen uitkomen, leidt dit tot extra lasten in het jaar 2024 (€ 0,6 mln). Tevens wordt nu de fasering van lasten verwerkt van toekomstige openstellingen (2025 en verder) voor € -0,1 mln.
Daarnaast wordt van de openstelling 2024 geschat dat gesubsidieerde activiteiten voor € 0,5 mln worden uitgevoerd in 2026. De lasten worden derhalve verschoven van 2024 naar 2026. Fasering via de bestemmingsreserve Regionale netwerken in Zuid-Holland.

Voor het Startup in Residence Intergov programma 2024 waren zowel de baten van derde partijen als de lasten nog niet in het budget verwerkt. Het betreft een bijdrage van derden van € 0,5 mln.
Dekking ten laste van bijdragen van derden.

Bij Voorjaarsnota is zekerheid verkregen over de rijksbijdrage van € 6,1 mln voor de MIT-regeling van 2024. De ter beschikking gestelde middelen zijn verwerkt in het budget, evenals de extra lasten die hiermee kunnen worden gedekt. Het effect in 2024 is € 2,3 mln. In zowel 2025 als 2026 is het effect € 1,9 mln. Daarnaast vindt een neerwaartse aanpassing van het budget 2024 plaats met € 0,9 mln, dit vanwege noodzakelijke lastneming in 2023 van R&D subsidies. Dekking en fasering verloopt via de OVP en de reserve MIT.

De subsidieopenstelling voor Fieldlab partijen in de regio wordt pas later in deze collegeperiode verwacht. De middelen blijven beschikbaar, maar worden pas vanaf 2026 naar verwachting gerealiseerd. Dekking ten gunste van de reserve Versterking economie.

Voor de subsidieregeling Human Capital is op basis van nieuwe en bestaande deelakkoorden met partijen de financiële prognose bijgesteld. Enkele deelakkoorden kosten meer uitwerkingstijd dan eerder was ingeschat. Subsidieverleningen en bijbehorende uitvoeringsperioden worden nu later in de tijd gebudgetteerd. Effect is een doorschuif van € 1,1 mln van het jaar 2024 naar 2025 (€ 0,5 mln) en 2026 (€ 0,6 mln). Dekking via de reserve Versterking economie en (beperkt) via begrotingssaldo.

Samengevat betreft het de volgende onderwerpen:

• MKB-Deals (€ 0,2 mln (v)): in 2024 vindt een subsidie-openstelling plaats voor gemeentelijke partijen. Geschat wordt dat een deel van de subsidie-uitvoering in 2025 plaats vindt. De subsidielasten worden doorgeschoven van 2024 naar 2025
• Life Sciences and Health (€ 0,2 mln (v)): voor het  door aanpassing van de activiteiten is een bedrag van € 0,2 mln van 2024 doorgeschoven naar 2025 en 2026;
• Circulaire economie (€ 0,1  mln (v))er is in 2023 één subsidiedossier verleend, waarvan de uitvoering zowel in 2024 en 2025 plaatsvindt. Bij Voorjaarsnota 2024 worden de lasten (€ 0,1 mln) van 2024 naar 2025 verschoven.
• Overig € 0,2 mln (v). dit betreft onder andere omgevingsbeleid, herverdeling budget Groene cirkels en afrondingen.

Zie voor toelichting paragraaf Arbeidscapaciteit.

In 2023 is voor € 1,4 mln minder uitgegeven aan subsidies voor restauratie rijksmonumenten dan verwacht. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door fasering van uitvoeringsprojecten. Grote restauratieprojecten kennen een langere uitvoeringstermijn waardoor lasten (€ 1,4 mln.) zijn verschoven naar 2024, 2025 en 2026. In de Jaarrekening 2023 zijn deze middelen beklemd, zodat ze beschikbaar blijven voor het betreffende doel. Het gaat daarbij om de subsidies voor de projecten Het grote Kantoor Delft, Walsumhoeve, Zellinghuis, Bomvrij Hospitaal, Maastunnelcomplex, Ketelhuis de Meelfabriek en Weeshuis Schiedam.
Voor de zogenaamde incidentele Kanjerprojecten zijn in 2020 begrotingssubsidies verleend. Deze projecten kennen een lange doorlooptijd en lopen in een aantal gevallen vertraging op. In dit geval gaat het om een looptijdwijziging voor het project restauratie en herbestemming Huys ten Donck. Een bedrag van € 0,3 mln is beklemd in de Jaarrekening 2023, waarvan € 0,2 mln doorschuift naar 2024 en € 0,1 mln naar 2025.
Samengevat:

• Restauratie rijksmonumenten: € 0,9 mln (2024), € 0,3 mln (2025) en € 0,2 mln (2026)
• Kanjerprojecten Erfgoed: € 0,2 mln (2024) en € 0,1 mln (2025)

Dekking ten laste van het begrotingssaldo.

In 2023 zijn middelen voor restauratie van rijksmonumenten en erfgoedlijnen overgebleven. Het voorstel is om bij de Voorjaarsnota 2024 deze middelen in te zetten voor een bedrag van € 0,7 mln voor een extra storting in het Cultuurfonds voor Monumenten van het Nationaal Restauratiefonds (NRF).  Deze middelen worden dan door het NRF beschikbaar gesteld in de vorm van laagrentende leningen ten behoeve van de verduurzaming van gemeentelijke monumenten in Zuid-Holland. Het NRF zal de provinciale inleg matchen tot € 1 mln.
In de GS-brief van 7 november 2023 is aangegeven dat het Kunstgebouw met een loonstijging is geconfronteerd van in totaal 15% in de cao Sociaal Werk, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, waaraan Kunstgebouw gebonden is. Om te voorkomen dat het Kunstgebouw op korte termijn in de problemen raakt is door GS voorgesteld om het Kunstgebouw eenmalig in 2024 tegemoet te komen met een aanvullende subsidiebijdrage van € 0,2 mln. Hiervan is € 0,1 mln gedekt vanuit het bestaande budget in jaarschijf 2024 in Beleidsprestatie 4-3-3 ‘Versterken cultuurparticipatie en bibliotheken’. De resterende € 0,1 mln kan gedekt worden vanuit de niet-bestede middelen vanuit 2023. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.

Op basis van de ontvangen aanvragen met betrekking tot de subsidieregelingen Erfgoedlijnen en Restauratie Rijksmonumenten voor plafondjaar 2024 is de verwachting dat  een deel van de uitvoering plaatsvindt in 2025 en 2026. De lasten die in 2024 gaan vallen voor deze subsidies zijn op basis van deze verwachting naar beneden bijgesteld. Een bedrag van € 1,4 mln voor restauratieprojecten wordt doorgeschoven, waarvan € 1 mln naar 2025 en € 0,4 mln naar 2026. Aangezien de ontvangen subsidie aanvragen grotendeels nog moeten worden beoordeeld en beschikt, zal bij Najaarsnota 2024 nogmaals worden beoordeeld of de inschatting van de lasten nog actueel is. Daarnaast is een kleine wijziging op restauratie monumenten naar aanleiding van looptijdwijzigingen van een aantal projecten, waarbij € 0,1 mln doorschuift van 2024 naar 2026. Fasering via de bestemmingsreserve Restauratie en herbestemming.

Voor twee restauratieprojecten uit 2022 zijn verzoeken voor intrekking ontvangen, met als resultaat een vrijval van € 0,3 mln . Het betreft de projecten Pompgebouw Krimpen aan de Lek (€ 0,1 mln) en Smederijloods (€ 0,2 mln). Vrijval ten gunste van het begrotingssaldo.

Zie voor toelichting paragraaf Arbeidscapaciteit.

Bij Voorjaarsnota is er zekerheid verkregen met betrekking tot de rijksbijdrage van € 6,1 mln voor de MIT-regeling van 2024. De beschikbaar komende middelen zijn verwerkt in het budget. Voor 2024 is het bruto effect een extra budget in de exploitatie van € 2,4 mln. Inclusief de neerwaartse aanpassing van het budget van € 0,8 mln bedraagt het netto effect € 1,6 mln voordelig. In zowel 2025 als 2026 is het effect € 1,9 mln. Dekking ten gunste van de rijksbijdragen MIT.

Voor het Startup in Residence Intergov programma 2024 waren zowel de baten van derde partijen als de lasten nog niet in het budget verwerkt. Het betreft een bijdrage van derden van € 0,5 mln. Dekking ten gunste van bijdragen van derden.