Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan Platform Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) t.b.v. programmatische aanpak GCNE voor een bedrag van € 180.000 (beleidsdoel 3-1)
De wereld verandert, is in transitie; waar er eerst overvloed aan grondstoffen was, bewegen we naar een tijd van schaarse grondstoffen, waarbij ook de aard van de grondstoffen gaat veranderen: van fossiel naar klimaatneutraal en regeneratief. Om de doelen voor 2050 te halen moet er werk gemaakt worden van de opschaling van verschillende kansrijke innovaties. Denk aan innovaties die de inzet van duurzame grondstoffen en nieuwe, op groene elektriciteit gebaseerde, processen voor chemie en materialen mogelijk maken. GCNE zal samen met de industrieprovincies onder andere:

• Zorgen voor groeifonds aanvragen in de groene Chemie
• per provincie aantal nieuwe groene chemieketens initiëren
• Aantrekken van nieuwe partijen voor een groene chemie community per provincie
• Organiseren van GCNE bijeenkomsten per event aangeven hoeveel deelnemers per provincie
• impact plan & toetsingskader per provincie impact aangeven per indicator zoals CO2, kennisontwikkeling (IP) etc.
• monitoring & portfolio management per provincie aantal projecten ondersteunen

In ons drie stappen beleid voor de transitie industrie (efficiency, energiesysteemtransitie en grondstoffentransitie) zet dit project vol in op stap 3, de grondstoffentransitie. (beleidsprestatie 3-1-4) Dekking vindt plaats uit de bestaande exploitatiemiddelen van beleidsdoel 3-1 Energietransitie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 3-1-4 Klimaatneutrale en circulaire industrie en 4-1-5 Circulair Zuid-Holland. Dit draagt bij aan ketenvorming, beleid en communicatie in de grondstoftransitie voor de chemische sector. GCNE wordt ook in gelijke mate ondersteund door de provincie Limburg, Noord Brabant, Groningen en Zeeland.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering van de ketenvorming en samenwerking
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 180.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan InnovationQuarter t.b.v. programmamanagement Zorgtech - Energie en Klimaat voor een bedrag van € 400.000 (beleidsdoel 3-1 en 4-1)
Het innovatieprogramma Energie en Klimaat is een regionaal innovatieprogramma om duurzame innovatie te stimuleren en realiseren op het gebied van energietransitie en co2-reductie. Het programma ondersteunt MKB-ondernemers bij het testen en demonstreren van nieuwe technologieën en het marktrijp maken van innovaties door gebruik te maken van de regionale fieldlabinfrastructuur. Het programma wordt uitgevoerd in samenwerking met de MRDH, TNO en InnovationQuarter. InnovationQuarter is verantwoordelijk voor het programmamanagement. Het innovatieprogramma ZorgTech is een programma dat innovatieve ondernemers ondersteunt die een bijdrage leveren aan het verbeteren en betaalbaar houden van de gezondheidszorg. Het programma biedt regionale ondernemers een stukje financiering, toegang tot faciliteiten en expertise en toegang tot een relevant netwerk. Het innovatieprogramma ZorgTech wil hiermee kansrijke technologische oplossingen de weg naar de gezondheidszorg sneller laten vinden. Het programma wordt uitgevoerd in samenwerking met de MRDH, Medical Delta, TNO en InnovationQuarter. InnovationQuarter is verantwoordelijk voor het programmamanagement.
Met behulp van het subsidieprogramma Kansen voor West 3, dat grotendeels uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling wordt gefinancierd, wordt een groot deel van het innovatieprogramma gefinancierd (1,8 mln. euro). Omdat het programmamanagement niet middels Kansen voor West 3 kan worden gefinancierd wordt het programmamanagement van zowel het innovatieprogramma Energie en Klimaat als van het innovatieprogramma Zorgtech middels deze begrotingssubsidie aan InnovationQuarter gefinancierd. De provincie Zuid-Holland draagt in totaal 400.000 euro bij aan het programmamanagement voor het programmamanagement van beide innovatieprogramma’s, zijnde Energie en Klimaat en Zorgtech. Dekking van de helft van deze middelen vindt plaats uit de bestaande exploitatiemiddelen van beleidsdoel 3-1 Energietransitie, de overige helft wordt gedekt via beleidsdoel 4-1 Toekomstbestendig economisch vestigingsklimaat.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 3-1-4 Klimaatneutrale en circulaire industrie en beleidsprestatie 4-1-1 Innovatieve economie Dit draagt bij aan het innovatieve klimaat in Zuid-Holland.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 400.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor Subsidieregeling transponder- en radartechniek windparken Zuid-Holland 2024 een plafond van € 220.000 (beleidsdoel 3-1)
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de verplichting opgelegd dat windturbines met een tiphoogte vanaf 150 meter rood-knipperende obstakelverlichting moeten hebben. Voor windturbines in de buurt van snel- en waterwegen geldt deze verplichting al vanaf een tiphoogte van 100 meter. Deze verlichting is ’s nachts zichtbaar. Omwonenden van windparken ervaren het knipperen van deze verlichting vaak als onprettig. Om deze hinder te verminderen is een transpondersysteem ontwikkeld en getest. Dit systeem maakt het mogelijk dat de obstakelverlichting alleen wordt ingeschakeld wanneer er luchtverkeer nadert, waarmee de hinder door licht significant afneemt. In 2022 hebben EZK, NWEA en een groot aantal provincies samengewerkt aan een Rijkssubsidieregeling voor de implementatie van deze systemen bij bestaande en vergunde windparken. Volgens deze subsidieregeling draagt de windsector (exploitant) 60% van de kosten, terwijl het Rijk en de provincies gezamenlijk de overige 40% financieren, elk met een aandeel van 20%. Deze Rijksregeling is inmiddels definitief. Het Rijk heeft met een SPUK-regeling geld voor de provincies gereserveerd die hiermee aan de slag willen. Vervolgens wordt er ook een provinciale subsidieregeling opgezet en uitgevoerd door de provincies die meedoen. Via deze provinciale regelingen kunnen exploitanten subsidie aanvragen voor 40% van de kosten van het aanschaffen en installeren van de transponder- of radartechniek, waarvan de helft dus van de provincie komt en de andere helft van het Rijk. Op basis van de vaststelling van de voorjaarsnota weten wij het uiteindelijke budget voor deze subsidieregeling. Indien dit € 220.000 is, zullen wij een SPUK-aanvraag van € 110.000 doen ter cofinanciering. Indien dit € 440.000 is, zal de SPUK-aanvraag € 220.000 zijn. Bij nieuw te realiseren windparken speelt het bovengenoemde vraagstuk niet, aangezien het toepassen van deze technieken is opgenomen in de nieuwe SDE++-parameters. Dekking vindt plaats uit de bestaande exploitatiemiddelen van beleidsprestatie 3-1-1 Duurzame opwek Elektriciteit
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 3-1-1 Duurzame opwek Elektriciteit. Het doel van de regeling is om exploitanten van bestaande en vergunde windturbines in staat te stellen om transponder- of radartechniek aan te schaffen en te installeren op windturbines ter vervanging van de traditionele vorm van obstakelverlichting. Hiermee kan de mogelijke hinder voor omwonenden verminderd worden, waarmee wordt bijgedragen aan het creëren van draagvlak voor de energietransitie. Het doel is bereikt wanneer transponder- of radartechniek is geïnstalleerd bij de windturbines waar omwonenden hinder ervaren van de obstakelverlichting, zodat er uiteindelijk meer acceptatie is voor windturbines op land.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering van het toepassen van transponder- of radartechniek door de exploitant om hiermee bij te dragen aan het creëren van draagvlak voor de energietransitie.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van € 220.000 en deze op te nemen in de begroting.