Om de verschillende beleidsdoelen voor de ambitie te realiseren, hebben we elk doel vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 6-1 Wonen
Beleidsprestatie 6-1-1 Voldoende betaalbare huisvesting voor iedereen
Programmering en realisatie
In een samen met regio’s opgestelde jaarcyclus werken we toe naar regionale woningbouwprogramma’s. Hierin is opgenomen hoeveel woningen van welk type, welke prijsklasse en welk eigendom in de planning staan om gerealiseerd te worden. Daarbij onderhouden we intensief ambtelijk en bestuurlijk contact met de regio’s, gemeenten en woningcorporaties.
Voor de realisatie hiervan bouwen we voort op afspraken uit de regionale realisatieagenda’s.
We stellen verschillende subsidies voor het versnellen van de bouw van betaalbare woningen, de inzet van extra expertise en het stimuleren van toekomstig bouwen beschikbaar.
We zetten de kennisuitwisseling conceptueel en fabrieksmatige bouwen onder andere via initiatieven als de Bouwstroom en Beter Benutten bestaande voorraad voort. We rollen het verder zowel inhoudelijk (bv in relatie tot Toekomstbestendig) als qua samenwerking (financiële bijdrage als ook via ondersteuning met Vliegende Brigade) regionaal uit. Dit draagt bij aan bouwkostenverlaging, efficiënter materiaal gebruik, bijdrage aan gezondheid, CO2 vermindering en lagere bouwkosten
Sociale en betaalbare woningbouw
Regionale woningbouwprogramma’s toetsen we kwantitatief op basis van de door GS vastgestelde behoefteraming en kwalitatief op voldoende betaalbare woningen en voldoende sociaal in de voorraad. We bieden daarbij de helpende hand in de vorm van professioneel advies en expertise.
Met gemeenten, woningbouwcorporaties en andere bouwpartners gaan we in gesprek over de huisvesting van bijzondere doelgroepen, zoals: dak- en thuislozen, arbeidsmigranten, asielzoekers, statushouders en ex-gedetineerden. Als dit gesprek niet tot resultaat leidt, zetten we waar dat kan onze wettelijke instrumenten in.
Samenwerkingsafspraken
In 2024 bouwen we voort op de afspraken die we in de regionale realisatieagenda’s maakten. Onderdeel daarvan is dat invulling wordt gegeven aan:
- De noodzakelijke randvoorwaarden (kritische succesfactoren) voor woningbouw. Een aantal randvoorwaarden zijn:
- voldoende middelen (ook financieel),
- sturing voor meer sociale en betaalbare woningen,
- voldoende middelen voor mobiliteit en infrastructuur,
- meer duidelijkheid over en waar nodig oplossingen voor stikstof en geluid,
- versnelling en uniformering op een hoog ambitieniveau van regelgeving toekomstbestendig bouwen,
- tegengaan van schaarste aan middelen en menskracht.
- Het verder voeren van de gesprekken aan de in 2023 opgerichte (regionale)woondealtafels (in de rol van organisator) en versnellingstafels (in rol de rol van deelnemer), waarbij de focus ligt op het waarmaken van ambities
Versnellen woningbouw
Versnellen woningbouw: Stimuleren locaties
Om woningbouwplannen doorgang te laten vinden, koppelen we teamleden uit het uitvoeringsprogramma versnellen woningbouw aan een gebiedsontwikkeling, ter bevordering van snelheid in een complexe opgave. Versnellers adviseren integraal en gebiedsgericht over het versnellen van een locatie. Voorbeelden van locaties waar nu versnellers in actie zijn: Barendrecht Stationstuinen en Dordrecht Maasterras.
Traineeship Gebiedsontwikkeling
Sinds oktober 2023 detacheerden we 10 trainees Gebiedsontwikkeling bij verschillende gemeenten en woningcorporaties ter ondersteuning van gebiedsontwikkelingen in alle regio’s van de provincie. In het najaar van 2024 gaan 10 nieuwe trainees van start.
Optoppen, aanplakken en uitplinten
Deze deelopdracht is een mogelijkheid om bij te dragen aan de verdichtings- en herstructurerings- opgaven in naoorlogse wijken. Woningcorporaties zijn – samen met betrokken overheden en de markt – de aangewezen partijen om kennis over optoppen uit te wisselen en tot verdere standaardisering van technieken en methodieken te komen. Teamleden werken vooral aan deze kennisuitwisseling en kennisborging, matchmaking van publieke en private actoren (gemeenten, corporaties, bouwers, ontwikkelaars), het faciliteren van quick scans naar het potentieel voor optoppen in concrete locaties en afstemming met andere provincies en het Rijk/ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Doelgroepen
Voor het stimuleren van goed huisvesten van verschillende doelgroepen, gaan we als provincie een aantal dingen doen om dit te kunnen bereiken:
- We zorgen dat gemeenten goed op de hoogte zijn van de verschillende instrumenten die bestaan om meer betaalbare woningen re realiseren door hen actief te benaderen;
- We zetten de inzet op flexwonen voort;
- We sturen erop dat gemeenten ieder half jaar de taakstelling huisvesting vergunninghouders halen;
- Ook sturen we bij gemeenten erop dat zij voldoen aan de opgave voor asielopvang onder de Spreidingswet. Hiervoor bespreken gemeenten aan de regionale regietafel hoe zij gezamenlijk de opgave gaan invullen, in een regioplan. We stemmen met de samenwerkende partners af hoe we het verschil overbruggen tussen de door het Rijk en de provincie berekende opgave ouderenhuisvesting en de planregistratie zoals die vanuit de verschillende gemeenten in Zuid-Holland is geïnventariseerd. Met betrekking tot dit proces starten we een pilot in 1 van de Woondealregio's;
- We werken samen met andere overheden aan het effectiever maken van het huisvestingseffect (ook wel ‘effectrapportage’ genoemd);
- We voeren gesprekken met gemeenten en werkgevers om de verschillende rollen te bespreken en afspraken te maken over (voldoende) huisvesting. We zetten, indien nodig en beschikbaar, wettelijke instrumenten in als resultaten uitblijven.
- We nemen deel aan verschillende bestuurlijke en ambtelijke overleggen met onder meer het Rijk en gemeenten over onder andere betere registratie van arbeidsmigranten (om zicht te krijgen), het huisvestingseffect, verantwoordelijkheden van werkgevers, certificering van uitzendbureaus, dakloosheid onder arbeidsmigranten en sturing op arbeidsmigranten.
- We geven advies op huisvestingslocaties die door gemeenten worden ingediend, in verband met mogelijke strijdigheid met het provinciale ruimtelijke beleid.
- We geven invulling aan onze coördinerende rol door te verkennen of een provinciale leerkring gemeenten kan helpen bij diverse woonvraagstukken. Ook laten we aanvullend onderzoek doen naar de toekomstige woonbehoefte van de aandachtsgroepen.
- We gaan in gesprek met elkaar (provincie en gemeenten) en stellen we een subsidie op voor regionale woonzorgvisies.
- We geven gemeenten advies over hun huisvestingsverordening en gaan met hen en regio's in gesprek over de toepassing van deze (regionale) huisvestingsverordening.
- We blijven kennisdeling tussen gemeenten en provincies over flexwonen stimuleren. In 2024 organiseren we in samenwerking met platform31 opnieuw de ‘Praktijkleerkring Flexwonen’. Ook zetten we de begeleiding bij de toetsing van de ruimtelijke inpasbaarheid flexwoningen voort.
- We ondersteunen gemeenten bij het realiseren van asielopvang door, waar mogelijk, ruimtelijke belemmeringen weg te nemen.
- We bieden hulp aan bij het vinden en realiseren van kansen voor asielopvang. Ook brengen we de regioplannen samen en monitoren we de voortgang.
- De provincie lobbyt samen met andere provincies, Aedes en VNG om de financiële positie van woningcorporaties te verbeteren, zodat zij hun opgaven in de provincie kunnen realiseren. Daarnaast lobbyen we samen met onze partners onder andere op de voorwaarden van de Woningbouwimpuls, oplossen van knelpunten rond stikstof en geluid, versnelling van procedures en de landelijke uitrol van klimaatadaptief bouwen.
- We nemen flexwonen op in de regionale woonzorgvisies. We zien toe op een goede uitvoering van afspraken over aandachtsgroepen, flexwonen en transformaties zoals opgenomen in de op 14 maart 2023 afgesloten regionale realisatieagenda's.
Subsidies
In de Subsidieregeling Wonen Zuid-Holland brachten we sinds 1 januari 2024 de voormalige subsidieregelingen die onder het beleidsveld Wonen vielen onder als hoofdstukken. Hieronder vallen:
- de Knelpuntenpot sociale huur en middenhuur,
- woonvormen senioren,
- plankosten collectieve wooninitiatieven,
- de Vliegende Brigade
- een regeling voor Toekomstbestendig bouwen die nog in ontwikkeling is.
Deze hoofdstukken hebben elk een eigen deelplafond en openstellingsperiode. Er bestaat ook de mogelijkheid om nieuwe openstellingsbesluiten toe te voegen. Op deze manier kunnen we goed inspelen op de maatschappelijke vraag naar ondersteuning om woningbouw te versnellen.
Beleidsprestatie 6-1-2 Toekomstbestendig bouwen
Zoals beschreven in de beleidskeuze Toekomstbestendig Bouwen in de provinciale Omgevingsvisie, wil de provincie een toekomstbestendige leefomgeving (versneld) realiseren. Dit doen we door kennis en inzet van 8 provinciale duurzaamheidsopgaven samen te brengen, die invloed hebben op de nieuwbouw van woningen en daarmee direct samenhangende gebiedsontwikkelingen. Het betreft onder meer de duurzaamheidsopgaven voor beweegvriendelijke openbare ruimte, klimaatadaptatie en natuurinclusief. We richten ons als provincie op partners in de omgeving, onder meer door de inzet van een expertteam.
Daarnaast hebben we een aantal meer specifieke aandachtspunten:
- We zetten er op in dat toekomstbestendig bouwen een vast en integraal onderwerp is in andere woondossiers
- We zorgen voor borging van toekomstbestendig bouwen in de provinciale Omgevingsvisie en -verordening.
- We zetten in op samenwerking binnen het convenant Toekomstbestendig bouwen
- We evalueren de inzet van de Vliegende Brigade
- We voeren een maatschappelijke kosten- en batenanalyse (MKBA) uit.
Beleidsdoel 6-2 Ruimte en landschap
Beleidsprestatie 6-2-1 Ruimtelijke strategie
Ruimtelijke Puzzel
- Op basis van de door de Staten vastgestelde en aan de minister aangeboden Koers (Ruimtelijk Voorstel) werken we de komende tijd aan een afwegingskader voor ruimtelijke keuzes. Daarbij horen ook gebiedsgerichte uitwerkingen en beleidsaanpassingen. De provincie trekt daarbij nauw op met alle betrokken partners en blijft daarover in gesprek met het Rijk.
- Op basis van de Koers (Ruimtelijk Voorstel) gaan wij in overleg met het Rijk over een Ruimtelijk Arrangement en (voorontwerp) Nota Ruimte.
NOVEX-gebied Zuidelijke Randstad
- Samen met onze partners komen we tot een geografische scope en een governancestructuur voor de Zuidelijke Randstad.
- In het NOVEX-gebied Zuidelijke Randstad werkt de provincie samen met het Rijk, gemeenten en waterschappen aan het toekomstbestendig vormgeven van de verstedelijkingsopgave langs de Oude Lijn Leiden-Dordrecht. Toekomstbestendig wil zeggen: in samenhang met de bredere opgaven op het gebied van gezondheid, groen in en om de stad, klimaatadaptatie, economie en energietransitie.
- Samen met het Rijk, gemeenten en waterschappen gaan we het ontwikkelperspectief Zuidelijke Randstad, waarvoor in 2023 een tussenversie is opgesteld, afronden. Hierbij streven we ernaar deze te kunnen vaststellen op het BO Leefomgeving (juni 2024). Dit ontwikkelperspectief werken we vervolgens uit naar een uitvoeringsagenda.
- Voor het vervolgproces houden we rekening met de Koers van het Ruimtelijk Voorstel, die we voor de Zuidelijke Randstad gebiedsgericht uitwerken. Daarbij stelt de provincie kwaliteit en brede welvaart voorop. De provincie is samen met het Rijk bestuurlijk trekker en organiseert als gebiedsregisseur het samenwerkingsproces.
Ruimtelijke kwaliteit en landschap
- Het werken aan ruimtelijke kwaliteit is een doorlopend proces dat alle opgaven met een ruimtelijke component raakt. In de herziening van het omgevingsbeleid 2024, die begin 2025 in werking zal treden, herijken we het ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Daarbij passen we waar nodig de teksten en de kaarten (de Kwaliteitskaart met deelkaarten en de kaart beschermingscategorieën) aan.
- Indien nodig passen we het ruimtelijk kwaliteitsbeleid aan naar aanleiding van het Ruimtelijk Voorstel en thematisch beleid. We leveren een voorstel aan voor het opstellen van ontbrekende gebiedsprofielen.
- Met de inzet van een onafhankelijk Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) geven we aan hoe de opgaven met ruimtelijke kwaliteit een plek in het Zuid-Hollandse landschap kunnen vinden.
Toekomstbestendige Stedelijke Ontwikkeling
- De provincie streeft naar een compact, samenhangend en kwalitatief hoogwaardig bebouwd gebied dat toekomstbestendig is en waar het aantrekkelijk, veilig en gezond wonen, werken en recreëren is. De provincie wil zorgvuldig omgaan met haar schaarse ruimte en zet daarom primair in op het beter benutten van de bestaande bebouwde ruimte. Door in te zetten op klimaatrobuuste, groene en gezonde stedelijke ontwikkelingen worden kernen, dorpen en steden toekomstbestendig en blijven landschappen in het landelijk gebied behouden.
- De provincie stuurt op weloverwogen locatiekeuzes bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen en formuleert daarvoor uitgangspunten en randvoorwaarden in haar Omgevingsbeleid.
- We gaan meer sturen op kwaliteit en brede welvaart en willen de beschikbare ruimte binnen het bestaand stedelijk gebied optimaal benutten. Voor Toekomstbestendige stedelijke ontwikkeling gaan we dit uitwerken in ons omgevingsbeleid (Herziening ’25). Naast het uitwerken van kwalitatieve randvoorwaarden, zetten we in op:
- het combineren van opgaven door meervoudig ruimtegebruik en/of functiemenging;
- de beschikbaarheid van voldoende basisvoorzieningen (bv. zorg, onderwijs en/of sport) bij nieuwe ontwikkelingen;
- het verstevigen van het groen-blauwe netwerk in en om het stedelijk gebied. Het accent ligt hierbij op de verbinding met, en doorgaande (recreatieve) routes tussen de steden.
Groen-blauwe netwerken
- Groen en blauw zijn van grote waarde voor de gezondheid van inwoners, klimaatadaptatie en biodiversiteit. Het is van belang dat de groei van het aantal woningen in onze provincie samengaat met investeringen in de kwaliteit van groen en landschap. We willen een hoogkwalitatief groen-blauw raamwerk dat steden en landschappen onderling verbindt en voor iedereen beter beleefbaar, bruikbaar en bereikbaar is.
- We werken aan de doorontwikkeling van de groen-blauwe netwerken. Het gaat hierbij om het organiseren van samenhang tussen de losse onderdelen, combineren van opgaven binnen het groen-blauwe netwerk en het doen van voorstellen om te komen tot gedeelde visie en strategie voor groen-blauwe netwerken in Zuid-Holland. Hiervoor zetten we de volgende maatregelen en instrumenten in:
- Agenderen van de groenopgave en de benodigde middelen bij het Rijk.
- Deelname en inbreng provinciale inzet in klankborgroep rijksprogramma GIOS.
- Verkenning provinciale groen-blauwe hoofdstructuur en netwerken, waaronder de recreatieve verbindingen.
- We onderzoeken de mogelijkheid van een programma Groen-blauwe Netwerken in samenwerking met de partners (‘groen groeit mee’).
- Verdere concretisering, vastlegging en versterking van de groen-blauwe hoofdstructuur in Zuid-Holland ten behoeve van de herziening van het Omgevingsbeleid 2025.
Vitaal landelijk gebied
- De provincie wil de kwaliteit en vitaliteit van het landelijk gebied verbeteren en de open ruimte die beschikbaar is voor natuur, landbouw, recreatie en water- en klimaatopgaven beschermen. In de herziening van het omgevingsbeleid 2025 gaan we de bescherming van de open ruimte in het landelijk gebied voor o.a. natuur en landbouw uitwerken en gaan we het begrip vitaliteit nader duiden.
- Ontwikkelingen in het landelijk gebied staan in verbinding met stedelijke ontwikkelingen. De provincie wil bestaande steden en dorpen optimaal ontwikkelen en tegelijkertijd de kwaliteit van het landelijk gebied behouden of versterken. De provincie kiest ervoor zo min mogelijk open ruimte in het landelijk gebied te bebouwen. Waar dat helpt om de vitaliteit en leefbaarheid te versterken, biedt de provincie ruimte voor een ‘straatje erbij of ertussen’
- We gaan het onderzoek naar Vitaliteit en Leefbaarheid van kernen in Zuid-Holland actualiseren. Dit gebeurt in samenwerking met de provincie Utrecht. De planning hiervoor is Q3 2024.
Ontwikkeling Landschapspark Zuidvleugel
- We werken in 2024 verder aan de groen-blauwe hoofdstructuur, met aandacht voor de stadlandverbindingen en groen in en om de overige steden en dorpen, in samenhang met de stedelijke ontwikkeling. Samen met de regionale partners wil de provincie in 2024 het volgende bereiken:
- Versterken van het draagvlak voor uitwerking en realisatie van de onderdelen van het landschapspark Zuidvleugel.
- Verankering van het landschapspark Zuidvleugel in de uitvoeringsagenda NOVEX Zuidelijke Randstad.
- In 2024 willen we samen met de regionale partners de onderdelen van het Landschapspark Zuidvleugel verder concretiseren en een agenda voor de uitvoering uitwerken.
- Voor de Vlietzone zullen we de doelen uit het Toekomstbeeld dat in 2022 is vastgesteld, verankeren in het provinciaal omgevingsbeleid. Samen met de bestuurlijke partners stellen we een uitvoeringsagenda op. Voor het Haagse deel van de Vlietzone voeren we in 2024 diverse onderzoeken uit, die moeten leiden tot een integrale gebiedsvisie voor dit deelgebied.
- Met de gemeente Delft maken we verdere afspraken over de inzet van de begrotingssubsidies die de provincie beschikbaar stelde voor 3 belangrijke landschapsparkprojecten in de Schiezone.
- Zo nodig herijking van het landschapspark Zuidvleugel naar aanleiding van het advies PARK
- Samen met de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam en het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden stimuleren we met het programma Rivier als Getijdenpark XL de kennisuitwisseling en de realisatie van getijdenparken in de Rijn-Maasmonding.
Beleidsprestatie 6-2-2 Regie op evenwichtige toedeling functies en/of locatie
Adviseren en beoordelen van gemeentelijke ruimtelijke plannen + inzet juridisch ruimtelijk instrumentarium
Met een uitgestoken hand werken we samen en nemen we samen met inwoners en ondernemers verantwoordelijkheid. Waar nodig zetten wij onze wettelijke bevoegdheden en instrumenten in voor het algemeen belang van Zuid- Holland.
Gebiedsontwikkelingen
- De provincie toetst dat ruimtelijke ontwikkelingen van gemeenten zoveel mogelijk bijdragen aan provinciale ambities en doelen. Dit geldt zowel voor gemeentelijke als regionale ruimtelijke visies, verkenningen en strategieën. Vervolgens zorgen we dat deze plannen en ontwikkelingen passen binnen het Omgevingsbeleid.
- Daarnaast werkt de provincie aan een goede samenwerking met gemeenten en regio. Door bijvoorbeeld te helpen om inzicht te krijgen in de provinciale koers of aan de juiste contactpersoon te koppelen.
De provincie is onder meer bij de volgende gebiedsontwikkelingen actief betrokken:
Gebiedsontwikkeling Middengebied Zuidplaspolder
Deze gebiedsontwikkeling in de gemeente Zuidplas (hierna: het Middengebied) heeft als doel de realisatie van een nieuw, toekomstbestendig (klimaatadaptief en energieneutraal) dorp van 8.000 woningen, 2 nieuwe bedrijventerreinen en bijbehorende ontwikkeling van en investeringen in onder andere natuur, groen, recreatie, bereikbaarheid en het watersysteem.
De leidende rol voor de gebiedsontwikkeling van het Middengebied ligt bij de gemeente Zuidplas. De verwachting is dat de gemeenteraad in 2024 de bestemmingsplannen voor het Middengebied zal vaststellen. De gemeente kan daarna starten met de voorbereiding van de uitvoering. In het kader van deze gebiedsontwikkeling zal de provincie Zuid-Holland in 2024 de volgende acties ondernemen:
- Samen met de gemeente Zuidplas en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard uitvoering geven aan de Samenwerkingsovereenkomst Klimaatadaptatie Middengebied Zuidplaspolder 2023 – 2024 met als ambitie om van het nieuwe dorp in het Middengebied hét klimaatdorp van de 21 ste eeuw te maken;
- Samen met de gemeenten Zuidplas, Gouda en Rotterdam uitvoering geven aan de Deelovereenkomst Mobiliteit die in juni 2023 is ondertekend. De uitvoering van deze Deelovereenkomst zal zich over meerdere jaren uitstrekken;
- De intentie is om in 2024 een Deelovereenkomst te sluiten met de gemeente Zuidplas over de realisatie van de ecologische verbindingszone tussen de Krimpenerwaard en het Bentwoud voor het deel van de ecologische verbindingszone dat op het grondgebied van de gemeente Zuidplas ligt;
- Grondverwerving, planvorming en faciliteren van zelfrealisatie voor de Groene Waterparel die onderdeel is van het NatuurNetwerkNederland (NNN);
- Deelname aan de Grondbank RZG Zuidplas die is opgericht om de gebiedsontwikkeling in de Zuidplaspolder mogelijk te maken.
- Beoordeling van het door de gemeenteraad vastgestelde gemeentelijke bestemmingsplan om te bezien of deze in overeenstemming is met het provinciale Omgevingsbeleid.
Gebiedsontwikkeling Gnephoek
Deze gebiedsontwikkeling in de gemeente Alphen aan den Rijn heeft als doel de realisatie van een woningbouwlocatie van maximaal 125 ha. Hierbij blijft de rest van de polder open gebied, waarvan minimaal 50 ha ontwikkeld wordt voor natuur, groen en recreatie. Deze gebiedsontwikkeling moet bovendien voldoen aan de randvoorwaarden die door Gedeputeerde Staten zijn gesteld.
In november 2023 hebben Gedeputeerde Staten een positieve integrale afweging gemaakt over het Contourenplan voor de Gnephoek van de gemeente Alphen aan den Rijn. Gedeputeerde Staten hebben ook besloten dat zij voornemens zijn om de procedure te starten voor de herziening van het provinciale Omgevingsbeleid voor de locatie Gnephoek wanneer aan de voorwaarden is voldaan. De provincie Zuid-Holland zal in 2024 in het kader van deze gebiedsontwikkeling de volgende acties ondernemen:
- Opstellen van de Bestuurlijke Overeenkomst Ontwikkeling Gnephoek waarin afspraken worden vastgelegd over in ieder geval de volgende onderwerpen: mobiliteit, natuur, weidevogelcompensatie, aanpak van de planologische procedures, recreatie, wonen, water, bodem, klimaatadaptatie, energie en de molenbiotoop. Deze bestuurlijk overeenkomst zal in ieder geval ondertekend moeten worden door het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn en Gedeputeerde Staten. De intentie is dat deze ook ondertekend wordt door de dagelijkse besturen van het hoogheemraadschap van Rijnland en de regio Holland Rijnland. De bestuurlijke overeenkomst zal voor ondertekening voor wensen en bedenkingen aan Provinciale Staten worden voorgelegd. De procedure voor bestuurlijke vaststelling en ondertekening van de bestuurlijke overeenkomst zal pas starten wanneer er zekerheid is over de (financiële) uitvoerbaarheid van de gebiedsontwikkeling.
- De verwachting is dat als aan de voorwaarden is voldaan, de Startnotitie voor de herziening van het provinciale Omgevingsbeleid voor de locatie Gnephoek voor vaststelling aan Provinciale Staten voorgelegd wordt.
Inpassingsplan WarmtelinQ Rijswijk – Leiden en aanlandlocatie
In beleidsprestatie 3-1-3 ‘Warmte transitie in de gebouwde omgeving en glastuinbouw’ is neergezet dat we de succesvolle realisatie en het gebruik van WarmtelinQ als belangrijk warmtetransportnet voor de warmtetransitie in de provincie ondersteunen. Hiervoor stellen we, na het inpassingsplan voor het tracétraject Vlaardingen – Den Haag, ook een inpassingsplan op voor het tracétraject Rijswijk-Leiden, inclusief aanlandlocatie. In Q2 van 2024 wordt het inpassingsplan voor besluitvorming aan PS voorgelegd. De uitvoering kan starten doordat in 2024 alle vergunningen die onder de coördinatieregeling vallen zijn verleend. De provincie coördineert deze procedure en bewaakt de voortgang.