Om de verschillende beleidsdoelen voor de ambitie te realiseren, hebben we elk doel vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 5-1 Gezonde natuur
Beleidsprestatie 5-1-1 Nieuwe natuur realiseren
Realisatie begrensde natuur
We maken een robuust geheel van aaneengesloten natuurgebieden die tegen een stootje kunnen doordat de ecosystemen op orde zijn. Om dat te bereiken:
- Maken we het Natuurnetwerk Nederland per 2027 af. De daarvoor benodigde gronden komen deels via afspraken met de grondeigenaar over zelfrealisatie en deels via grondruil of verwerving beschikbaar. Hiertoe worden inrichtingsplannen gemaakt, vergunningen aangevraagd en aannemers ingehuurd. De daadwerkelijke uitvoering van de inrichtingsmaatregelen vindt gefaseerd plaats in 2024 t/m 2027. In 2024 wordt er circa 480 hectare natuur opgeleverd. Op basis van het vastgestelde NNN-handelingskader en het besluit ‘volledige schadeloosstelling’ werken, samen met de grondeigenaren en gebiedspartners, de realisatiestrategie per regio verder uit.
- De Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon werkt ook in 2024 in opdracht van de provincie Zuid-Holland aan de realisatie van akkernatuur, natuurinclusieve landbouw en recreatie. We leggen robuuste natuurvriendelijke oevers, bloemrijke akkerranden en heggen aan, onder andere voor akkervogels en insecten. Ook is er ruimte voor boeren om te experimenten met andere gewassen zoals teunisbloem en haver. De Gebiedscoöperatie zorgt voor de inrichting en het beheer van het gebied (circa 600 ha). Wij zorgen voor de beschikbaarheid van de gronden. Daar waar eigenaren niet kiezen voor zelfrealisatie, koopt de provincie de gronden.
Versterken natuur en landschapswaarden
De provincie stelde 40 icoonsoorten vast die zij wil beschermen en die staan voor de diverse natuur- en landschapstypen binnen Zuid-Holland. Ook andere soorten liften mee op maatregelen ter verbetering van het leefgebied van icoonsoorten. De soorten zijn afhankelijk van zowel beschermde natuurgebieden als natuur daarbuiten. Het verder uitwerken van welke natuur in welk landschap past, en in combinatie met welke andere functies, vormt onder andere de input voor de ZHPLG-gebiedsprocessen.
Boerenlandvogels & Agrarisch natuurbeheer
- Jaarlijkse openstelling van de subsidieregeling verbetering leefgebied grutto en patrijs (Srg paragraaf 2.16).
- Verbeteren van predatiebeheer en onderzoek naar de overleving van weidevogelkuikens op maisland.
- Ondersteuning van vrijwilligers en communicatie-activiteiten, waaronder een provinciale kennisdag.
- Uitvoeren tussenevaluatie van het actieplan.
- Maatregelen treffen voor weidevogels op provinciegrond.
Bij de inspanningen vanuit het Actieplan Boerenlandvogels sluiten we nauw aan op het ZHPLG, de veenweidenstrategie en de actielijn Natuurinclusieve Landbouw.
Bos en bomen
- Voortzetten subsidieregeling “meer bos in Zuid-Holland" en identificeren van kansen en begeleiden van initiatieven via de bosmakelaar. De locaties waar we in 2023 subsidieaanvragen voor ontvingen, volgen en begeleiden we tot uitvoering.
- Afspraken maken met recreatieschappen over bosuitbreiding binnen recreatiegebieden.
- Voorzetten samenwerking MeerBomenNu van Urgenda.
- Samen met opgave landbouw en circulair begeleiden en stimuleren van initiatieven gericht op voedselbossen en gebruik van (wilgen)hout (als duurzame grondstof).
Soortenbeleid
- Uitvoeren subsidieregeling 'realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen’” om biodiverse initiatieven uit de samenleving te ondersteunen (in samenwerking met bos en bomen).
- Opstellen informatiebladen voor versterkingsmaatregelen van een aantal icoonsoorten uit stedelijk en landelijk gebied en afstemmen met partners (o.a. gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten) over ontwikkelingen ten aanzien van soorten en beleid.
- Uitwerken monitoringplan icoonsoorten.
- Stimuleren van Zuid-Holland-breed bijenlandschap, in samenwerking met alle Zuid-Hollandse Omgevingsdiensten en het uitrollen van een communicatiecampagne.
Groenblauwe dooradering
- Uitwerken van een beleidskader groenblauwe dooradering (GBDA)
- Uitwerken van een informatiepakket GBDA dat digitaal beschikbaar komt voor de deelgebieden en gebiedspartijen om invulling te geven aan een ontwerp GBDA op deelgebiedsniveau.
- Uitwerken van de concrete maatregelen GBDA voor het Westland, Alblasserwaard, Hoeksche Waarde, Midden-Delfland en Boskoop.
LIFE IP All4Biodiversity
- Organiseren van een partnerbijeenkomst met als centrale thema gebiedsgerichte ontwikkeling van PPLG-projecten.
- Voor het project Mient Kooltuin / Groene Zone uitwerken van een LESA en een kansenanalyse natuurontwikkeling (KANO) die uit All4Biodiversity voortkwam.
Overgangsgebieden
- Uitvoeren van een kwalitatieve verkenning om te bepalen rond welke N2000-gebieden overgangsgebieden noodzakelijk, effectief of niet nodig zijn, en op welke wijze hier invulling aan gegeven kan worden.
Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied
De uitvoering van het ZHPLG gebeurt samen met andere overheden en maatschappelijke partners (waaronder boeren, tuinders, bewoners, andere overheden, waterschappen, etc) om de opgaven en maatregelen uit te werken en afspraken te maken om de doelstellingen te realiseren. En we doen dit gebiedsgericht in het landelijk gebied. Deze gebiedsgerichte aanpak doen we op een aantal schaalniveaus:
- Landelijk Gebied Zuid Holland: het volledig landelijk gebied. Op dit niveau organiseert de provincie samen met partners de raakvlakken met de opgaven in het stedelijk gebied.
- 3 kerngebieden: het Kust- en duingebied, het Veenweidegebied en de Zuid-Hollandse Delta.
- Deelgebieden ('fijnmazig'): Een deelgebied is een deel van een kerngebied waar we samen met partners concrete plannen (zullen) uitwerken voor te nemen maatregelen. Voorbeelden zijn Goeree-Overflakkee (in de Zuid-Hollandse Delta), Duin- en Bollenstreek (in Kust en Duinen) Krimpenerwaard (in het veenweidegebied tevens NOVEX-gebied Groene Hart).
Het jaar 2024 staat voor het ZHPLG in teken van het voor elkaar krijgen van een aantal zaken.
Doel is om aan het eind van dit jaar het Ontwerp ZHPLG op te leveren met daarin een verdere uitwerking van ons staande beleid en verdere uitwerking en waar nodig regionale concretisering van onze uitgangspunten; natuurherstel- en ontwikkeling ten behoeve van 30% overbrugging VHR-opgave, toekomstbestendig, duurzaam en circulair systeem voor de land- en tuinbouw, emissiereductie ammoniak ten behoeve van natuurherstel, behalen van de KRW doelen, uitstootvermindering van broeikasgassen ten behoeve van het klimaatdoel 2030 en water en bodem sturend.
Ook stellen we in het kader van onze programmatische aanpak 16 startbeslissingen op en leveren we deze begin 2025 op. Zij dienen als basis voor de verkenningen in deelgebieden.
Voor 1 april 2024 leverden we bij het Rijk een uitgewerkt Maatregelenpakket ZHPLG (als onderdeel van het Ontwerp) in, die aantoonbaar bijdraagt aan de doelrealisatie 2030.
Dit jaar zal ook in het teken staan van het starten met de uitvoering van de Maatregelenpakketten (met projecten) van het ZHPLG. Dit is wel afhankelijk van de financiering van LNV van de door ons ingediende maatregelenpakketten.
Beleidsprestatie 5-1-2 Beschermen en versterken bestaande natuur en soorten
Natuurbeheer & kwaliteitsimpulsen N2000 / NNN
- Om onze natuurdoelen te halen, werken we samen met grondeigenaren en beheerders om de natuurgebieden in stand te houden en zo mogelijk in kwaliteit toe te laten nemen.
- Elk jaar werken we het Natuurbeheerplan Zuid-Holland bij. In dit plan leggen we de natuurdoelen vast, als kader voor het verlenen van beheersubsidies.
- De Natura 2000 beheerplannen hebben een looptijd van (maximaal) 6 jaar. Deze evalueren we tijdig en houden we up-to-date. Daarbij verwerken we de uitkomsten van de natuurdoelanalyses en de beoordeling van de Ecologische Autoriteit.
- We verlenen natuurbeheersubsidies aan grondeigenaren binnen het NNN.
- Op basis van natuurdoelanalyses, Natura 2000 beheerplannen en op basis van uitkomsten van monitoring en kwaliteitsbeoordelingen van het NNN voeren we voortgangsgesprekken met beheerders en verlenen we waar nodig subsidies aan grondeigenaren binnen het NNN voor het uitvoeren van kwaliteitsimpulsen. De meer complexe maatregelen waarvoor een gebiedsproces nodig is, werken we verder uit via het ZHPLG.
Bescherming natuur en soorten
Vergunningverlening, toezicht en handhaving op activiteiten die de natuur betreffen
- Het verbinden van de natuurbeschermingsopgave met de maatschappelijke ontwikkelingen in het kader van onder andere woningbouw-, energie en drinkwateropgave. Dit door bijvoorbeeld in te zetten op soortenmanagementplannen en het onderzoeken van methodes om processen efficiënter en effectiever te maken.
- Opdrachtgeven aan de omgevingsdiensten Haaglanden en Zuid-Holland-Zuid over de uitvoering van de VTH-taken in het kader van activiteiten die de natuur betreffen.
- Het actualiseren van de beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland.
- In samenwerking met ODH werken aan het binnen de termijnen afhandelen van aanvragen voor vergunningen in het kader van flora- en fauna-activiteiten.
- Staat van instandhouding beschermde soorten in kaart brengen voor Zuid-Holland
Planologische bescherming
- Goede bescherming van de bestaande natuurgebieden is cruciaal. Ook in 2024 blijven we ruimtelijke ontwikkelingen toetsen en indien aantasting niet kan worden vermeden, zorgen we ervoor dat de aantasting op de juiste wijze wordt gecompenseerd.
- We actualiseren de beleidsregel compensatie natuur, recreatie en landschap, zodat deze voor de beschermingscategorieën NNN, belangrijk weidevogelgebied en recreatie weer aansluit bij de huidige praktijk en de nieuwe Omgevingswet.
- We actualiseren de beschrijving van de wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland, zodat we deze in de omgevingsverordening kunnen vaststellen.
Faunabeheer
- We verlenen tegemoetkomingen voor geleden schade door natuurlijk in het wild levende en inheemse beschermde dieren via BIJ12.
- Het toetsen van en goedkeuren van de door de Faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplannen en behandelen van bezwaar- en beroepsprocedures tegen de goedgekeurde besluiten
- Het bewaken van de instandhouding van de soorten, toetsen of de afweging van belangen in het faunabeheer correct heeft plaatsgevonden.
- Het verlenen van subsidies aan de Faunabeheereenheid en wildbeheereenheden voor de uitvoering van hun wettelijke taken.
- Het beperken of voorkomen van schade/risico’s veroorzaakt door in het wild levende dieren door het afgeven van o.a. vergunningen voor faunabeheer.
- Contact onderhouden met de Faunabeheereenheid (FBE) en Wildbeheereenheden (WBE’s) over de uitvoering van het faunabeheer en de gestelde doelen in de faunabeheerplannen.
Invasieve exoten
- Uitwerken van een ‘plan van aanpak invasieve exoten’
- Bestrijden van invasie exoten waar de provincie een eliminatie-plicht voor heeft, door het afgegeven van opdrachten en vergunningen.
- Inzetten op het isoleren van de kleine waterteunisbloem op Tiengemeten om verdere verspreiding in het Natura 2000-gebied Haringvliet te voorkomen dan wel te beperken.
- Input leveren voor de bestrijding en beheer van invasieve exoten in de Natura 2000-beheerplannen.
- Contacten onderhouden met de terrein-beherende organisaties en medeoverheden over de bestrijding/beheer van invasieve exoten.
- Beheer van invasieve exoten mogelijk maken door het afgeven van vergunningen.
Natuurmonitoring
- Natuurmonitoring is cruciaal om tijdig bij te kunnen sturen om de natuurdoelen te halen. We monitoren via langlopende meetnetten weidevogels, vegetatie en winter-watervogels.
- In Natura 2000-gebieden voeren we inventarisaties uit om de omvang en kwaliteit van de Natura 2000-habitats en soorten te monitoren.
- Voor het NNN maken we het dashboard natuurkwaliteit volledig en houden we deze up-to-date middels informatie uit de natuurmonitoring.
- De recent ingerichte natuurgebieden 'schouwen’ we om te bepalen of de natuur zich goed ontwikkelt en of we moeten bijsturen.
- Digitalisering en databeheer wordt steeds belangrijker. We werken aan dataopslag, data-ontsluiting en data-verspreiding. We voeren ‘het goede gesprek’ met natuurbeheerders. Zo houden we de ontwikkeling van de natuurwaarden in de gaten en kunnen we bijsturen.
- Als er naar aanleiding van de monitoring en gesprekken met de beheerders naar voren komt dat er behoefte is aan aanvullende kennis, dan doen we ons best hierin te voorzien.
Programma Natuur
- In 2024 geven we uitvoering aan de reeds beschikte projecten Natura 2000 en NNN in het kader van eerste fase (2021-2026).
- Voor de 2e fase (2024-2030) stelt het Rijk in 2024 de SPUK-regeling open.
- De provincie zal op basis daarvan een maatregelenpakket opstellen en indienen. Na beschikking van dit pakket zal de provincie een subsidieregeling openstellen voor uitvoering van de maatregelen. Het maatregelenpakket van SPUK-2 is bedoeld voor natuurmaatregelen in en rond Natura 2000-gebieden, gericht op stikstofgevoelige natuurwaarden.
Datagedreven ZHPLG
We richten ons in eerste instantie op monitoren, verantwoorden en visualiseren op basis van data. Hiervoor bouwen we verder aan een datafundament en tooling voor monitoren en rapporteren. Datagedreven werken vraagt ook om (gewijzigde) organisatie en processen. Daarvoor zoeken we ook provincie-breed aansluiting bij het programma Informatietransitie. We werken aan een meer datagedreven organisatie, en de bijbehorende processen. Dit doen we geleidelijk als onderdeel van de implementatie van ontwikkelde producten. We:
- implementeren de gebiedsviewer en ontwikkelen deze door
- ontwikkelen een ammoniak- en een KRW (Kaderrichtlijn Water)-monitor
- bouwen een eerste versie van een dashbord om de voortgang van ZHPLG-maatregelen te kunnen monitoren
Beleidsprestatie 5-1-3 Natuurinclusieve transitie
De provincie Zuid-Holland bevordert de natuurinclusieve transitie enerzijds door het werken met een a genda natuurinclusief, net als de Rijksoverheid, en anderzijds met het bouwen van een community natuurinclusief. We stellen een nieuwe Groeiagenda Natuurinclusief Zuid-Holland 2024 –2027 op met een beschrijving van de aanpak om te komen tot een Natuurinclusief Zuid-Holland, gericht op draagvlak, adaptatie en internalisering van natuurinclusief. En met als doel om natuurbelangen integraal mee te nemen in andere opgaven, zoals bijvoorbeeld waterkwaliteit, landbouw en verstedelijking om stappen te zetten richting een natuurinclusieve samenleving (in 2050).
In 2024:
- Stellen we de nieuwe Groeiagenda Natuurinclusief op
- Bieden we gerichte ondersteuning en bewaken we de voortgang en samenhang van de acties
- Zorgen we voor verbinding tussen verschillende thema's
- Brengen we nader in beeld welke instrumenten, inzet, dan wel advies aanvullend nodig zijn om de natuurinclusieve transitie te versterken
- Verzamelen en delen we inspirerende voorbeelden, kansen, innovaties, ontwikkelde kennis met betrekking tot basiskwaliteit natuur en andere natuurinclusieve instrumenten
- Maken we een start met community building
Beleidsprestatie 5-1-4 Stikstofreductie
Ammoniak (NH3) reductie voor natuurherstel
De provincie brengt in beeld wat er mogelijk en haalbaar is voor ammoniakreductie in de landbouw. Uiteindelijk is het doel dat om de ammoniakreductie te behalen er gewerkt wordt met doelsturing door middel van een KPI-systematiek. Het ministerie van LNV werkt met een aantal provincies en de Wageningen Universiteit aan een nieuwe landelijke KPI-set die de standaard moet worden voor publieke en private beloningssystemen. Dit moet ertoe leiden dat er een menukaart ontstaat met mogelijkheden per bedrijf voor emissiereductie.
Om innovatie in de landbouw te stimuleren, heeft de provincie plannen om subsidies te verstrekken ter ondersteuning van initiatieven die gericht zijn op het verminderen van ammoniakemissies. Het helpen van boeren en andere ondernemers bij het verduurzamen van hun bedrijf door o.a. innovatie is een van de speerpunten van het Coalitieakkoord 2023-2027. Dit kan onder andere gerealiseerd worden door middel van proefprojecten en pilots in samenspraak met gebiedspartijen en medeoverheden binnen het ZHPLG. De provincie heeft hiervoor in zowel 2024 en 2025 € 3,5 mln geserveerd zoals beschreven in de najaarsnota. Een concreet voorbeeld waarbij we samenwerken met gebiedspartijen om met innovatie tot reductie te komen is Boeren met Perspectief rondom de Nieuwkoopse plassen.
Naast innovatie benoemt het Coalitieakkoord andere maatregelen afhankelijk van de opgaven die bij een bedrijf en de directe omgeving spelen. Dat zijn mogelijke maatregelen als ander voer en weidegang extensiveren (minder vee per hectare of hetzelfde aantal vee op meer hectare), diversificatie, bedrijfsomschakeling, verplaatsen en stoppen. Deze opgave pakt stikstof samen op met landbouw.
Ook wil de provincie inzicht krijgen in de mate waarin we onze reductiedoelen voor ammoniak behalen en of ons beleid doelgericht is, door bij te houden hoeveel ammoniakemissies er op jaarbasis gereduceerd wordt ter vergelijking met het referentiejaar 2020. Bij het maken van de ammoniakmonitor werkt stikstof samen met datagedreven ZHPLG. Daarnaast streeft de provincie naar het verkrijgen van inzicht in de stikstofdepositie die neerdaalt op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, om vast te stellen in hoeverre de stikstofdepositie de Kritische Depositie Waarde (KDW) overschrijdt.
Stikstofoxiden (NOx) reductie voor natuurherstel
De provincie wil bijdragen aan stikstofoxiden (NOx) reductie voor natuurherstel. Voor NOx-reductie zijn er landelijke indicatieve reductiedoelstellingen voor de sectoren mobiliteit en industrie & energie van respectievelijk 25% en 38% in 2030 ten opzichte van 2019. De reductiedoelen zijn Rijksdoelen, de provincie draagt bij aan het behalen van de doelen.
De provincie draagt bij aan de Rijks-maatwerkafspraken voor industriële piekbelasters, waar mogelijk ondertekent de provincie mede de overeenkomst. De provincie stuurt op afspraken over de reductie van stikstofoxiden emissies in de overeenkomsten die door het Rijk en de bedrijven worden gesloten. Ook is de provincie bevoegd gezag bij vergunningverlening voor de industriële piekbelasters. Hiermee wil de provincie bijdragen aan stikstofoxiden reductie vanuit de industrie samen met gebiedspartijen en medeoverheden.
De provincie analyseert de NOx emissies door middel van een jaarlijkse NOx-monitor. De provincie wil daarmee inzicht krijgen in de mate waarin de NOx-reductie plaatsvindt. Daarnaast streeft de provincie naar het verkrijgen van inzicht in de stikstofdepositie die neerdaalt op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, om vast te stellen in hoeverre de stikstofdepositie de Kritische Depositie Waarde (KDW) overschrijdt.
Ontwikkelingen mogelijk houden middels vergunningverlening, waaronder helpen bij de legalisatie van PAS-melders
De provincie zet zich in om vergunningverlening voor maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk te houden zoals woningbouw, energietransitie en mobiliteit. Dit doet de provincie samen met gebiedspartijen en medeoverheden. De stikstofdepositiebanken, waarvan de provincie bevoegd gezag is, ondersteunen het mogelijk houden van vergunningverlening voor maatschappelijke ontwikkelingen.
De provincies zet zich ook in voor de legalisatie van PAS-melders. Daarvoor verifieert de Omgevingsdienst Haaglanden de bedrijven die zich hebben aangemeld voor het legalisatietraject namens de provincie, daarvoor heeft de provincie in 2023 een vergoeding voor uitvoeringskosten ontvangen van het Rijk zoals beschreven in de najaarsnota. Ook helpt de provincie bij het zoeken naar oplossingsrichtingen voor legalisatie. Hiermee wil de provincie eraan bijdragen dat de PAS melders een legale vergunde situatie hebben. Vergunningverlening is van vele factoren afhankelijk, een voorbeeld hiervan is de rekenkundige ondergrens waarbij IPO samen met het Rijk bezig is een impactanalyse uit te voeren.
Beleidsdoel 5-2 Transitie landbouw
Beleidsprestatie 5-2-1 Toekomstbestendige en natuurinclusieve landbouw
In zetten op een viertal maatregelen:
1. Beleid, kaders en instrumenten verduurzaming akkerbouw en veehouderij
- Wij werken samen met de andere provincies en het rijk aan regelingen waarmee de uit het transitiefonds NPLG beschikbare middelen beschikbaar gemaakt worden.
- Wij werken de actielijn Natuurinclusieve Landbouw verder uit.
- Wij dragen bij aan de werkgroepen rondom de restopgave Landbouw vanuit de Kaderrichtlijn water en bereiden ons voor op de 8ste Nitraatrichtlijn.
2. Faciliteren en versterken economisch duurzame en vitale landbouwbedrijven
- Wij stellen een aantal KPI’s op inclusief een voorstel om deze KPI’s te verwerken in beleid en om erop te monitoren. Denk daarbij aan een streefwaarde voor een ammoniak- emissieplafond.
- Beschrijven van een koers, samen met de belanghebbenden, voor de ZHPLG kern- en deelgebieden .
- Wij voeren het Nederlands Nationaal Strategisch Plan GLB 2023-2027 (GLB-NSP) uit. De doelen van GLB-NSP hebben betrekking op een slimme veerkrachtige landbouw, bodem, water, lucht, biodiversiteit en klimaat en dierenwelzijn en brede plattelandsontwikkeling. In 2024 wordt het onderdeel systeemdoorbraakinnovaties toegevoegd.
3. Kennisontwikkeling; versterken en versnellen keteninnovaties; Groene Cirkels
- Wij ondersteunen via fieldlabs en subsidieregelingen de innovatie op en doorontwikkeling van landbouwbedrijven.
- Wij versterken het netwerk van 'voorlopers' in de landbouwtransitie en verbinden hen aan de “middengroep”. Dat doen we door kennisbijeenkomsten te organiseren en kennis die wij via opdrachten opdoen, actief beschikbaar te stellen.
- Wij ontwikkelen via groene Cirkels vitale netwerken en werken samen aan kennis en innovatie en vergroten de realisatiekracht in de keten en de regio.
4. Data en monitoring
- Wij dragen bij aan de opbouw van data op gebieds- en bedrijfsniveau en maken die inzichtelijk voor de agrariërs en andere partners. Daarbij sluiten we aan beschikbare instrumenten als de ZH-PLG-gebiedsviewer en ontwikkelen die waar nodig door.
- Wij leveren een aanzet tot het opstellen en monitoren van KPI's in beleid.
Beleidsdoel 5-3 Leven met water
Beleidsprestatie 5-3-1 Waterveiligheid en wateroverlast
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- Kennis inbrengen over waterveiligheid en -kwaliteit in het ZHPLG om te borgen dat deze onderwerpen verankerd worden in de gebiedsplannen voor het ZHPLG.
- Kennis over waterveiligheid en -kwaliteit inbrengen in en meewerken aan de ruimtelijke puzzel en de uitwerking van de 33 structurerende keuzes uit de Rijksbrief water en bodem sturend.
- Voor de regionale waterkeringen werken we samen met de provincies Utrecht en Noord-Holland en de inliggende waterschappen. De regionale waterkeringen, die de provincie aanwees en normeerde, worden door de waterschappen gemonitord, getoetst en verbeterd. Hierover rapporteren de waterschappen jaarlijks aan Gedeputeerde Staten. Deze informatie wordt gebundeld aangeboden aan Provinciale Staten.
- We werken samen met andere partijen aan de ontwikkeling van nieuwe (overstromings)modellen, zoals het Randstad Overstromingsmodel Instrumentarium (ROI).
- De provincie heeft vanuit de EU-Richtlijn overstromingsrisico’s (ROR) de taak om het overstromingsgevaar en de -risicokaarten actueel te houden. Verder nemen wij namens alle provincies deel aan de ROR-werkgroep ‘Kaarten’, werken wij mee aan een landelijk project om bestaande overstromingsinformatie in de Landelijke Databank Overstromingsgegevens (LDO) te verbeteren en aan de implementatie van een Landelijke Voorziening Overstromingsinformatie.
- De provincie heeft de taak om normen vast te stellen voor de bergings- en afvoercapaciteit van het regionale watersysteem. Dit is opgenomen in de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening. Na de extreme wateroverlast en overstromingen in Limburg in de zomer van 2021, richtte de minister een beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater op. De beleidstafel adviseert om de aanpak en normering wateroverlast te verbreden. De provincie gaat in gesprek met de waterschappen over wat dit betekent voor de normering wateroverlast tot en ná 2027. De provincie werkt mee en draagt bij aan onderzoek naar de gevolgen van bovennormatieve wateroverlast.
- Samen met waterschappen en veiligheidsregio’s het beleid voor meerlaagsveiligheid verder uitwerken op basis van de verkennende studies die in 2022 en 2023 zijn uitgevoerd.
- Regionale strategieën van het Deltaprogramma uitvoeren, samen met andere partners in de regio in het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, Zuidwestelijke Delta en deltaprogramma Zoetwater. Met onze inzet verbinden we de opgave en ambities van de provincie met deze strategieën.
- Voor de Haringvlietmonding samen met de betrokken partners een visie ontwikkelen hoe om te gaan met de verzanding die daar optreedt. Daarbij is het de uitdaging de belangen van waterveiligheid, economie, recreatie en natuur goed te combineren.
- We nemen deel aan het kennisprogramma Zeespiegelstijging van het Deltaprogramma, zodat we de regionale opgaven aan de kust aanpakken in samenhang met de nationale opgaven.
- Projectbesluiten van de waterschappen goedkeuren. Waar dit voor de invoering van de Omgevingswet zich richtte op dijkversterkingsplannen, kan dit nu ook gaan over andere waterstaatswerken.
- Tijdens dreigende hoogwatersituaties of langdurige droogte informeren wij het college actief over de verantwoordelijkheden van de provincie en het handelingsperspectief voor het college. Tijdens langdurige droogte leveren wij provinciale inbreng in het regionaal droogte-overleg Midden-West-Nederland.
Beleidsprestatie 5-3-2 Waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- We benutten onze kennis van waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid, waterbeheer en klimaatverandering in de uitwerking van het ruimtelijk voorstel, water en bodem sturend en de gebiedsplannen voor het ZHPLG.
- Goede kwaliteit oppervlakte- en grondwater tot stand brengen, monitoren en voldoen aan de Europese normen (Kaderrichtlijn Water, KRW) in 2027. De provincie werkt samen met andere overheden en stakeholders in het deelstroomgebied Rijn-West aan maatregelen om de KRW-doelen in 2027 te behalen.
- Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet en het tegelijkertijd vervallen van de Wet bodembescherming veranderen de verantwoordelijkheden van de provincie als bevoegd gezag voor het bodem- en grondwaterwerkveld. Deze veranderingen hebben juridische en organisatorische consequenties. Er verschuiven taken naar gemeenten, de provincie behoudt een coördinerende en regisserende rol voor onder meer grondwaterkwaliteit. We pasten hierop de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening aan en de opdrachten aan de omgevingsdiensten herijken we in nauw overleg.
- In 2024 starten we met een herijking van het grondwateronttrekking- en infiltratiebeleid. Daarnaast is een voorstel voor wijziging van het beleid voor grondwateronttrekking en brijnlozing in de Greenports onderdeel van de herziening omgevingsbeleid 2024. Brijn is de reststroom die overblijft na het ontzilten van zout grondwater. Met name in de Greenports wordt grondwater onttrokken en ontzilt voor de gietwatervoorziening. Ook bij drinkwaterbedrijven ontstaat brijn als gevolg van ontzilting en zuivering van ruw water. De provincie verkent samen met de drinkwaterbedrijven welke mogelijkheden er zijn voor brijnlozing.
- De beschikbaarheid van voldoende drinkwater staat onder druk door klimaatverandering, zorgwekkende stoffen (o.a. PFAS) en toenemende vraag als gevolg van verstedelijking (onder meer woningbouwopgave). In samenwerking met drinkwaterbedrijven Oasen en Dunea doorlopen we een MER-procedure in de zoektocht naar nieuwe bronnen voor drinkwater, om aan de drinkwatervraag te kunnen voldoen.
- Daarnaast werken we in 2024 mee aan het Nationaal actieplan beschikbaarheid drinkwater 2030, wat zich regionaal vertaalt naar een actieprogramma per drinkwaterbedrijf. In Zuid-Holland gaat het om Oasen, Evides en Dunea.
- Ook werken we mee aan een Nationaal actieprogramma drinkwaterbesparing. We onderzoeken in hoeverre er een aparte strategische provinciale visie op drinkwater nodig is. We voeren onze wettelijke taken uit met betrekking tot het ruimtelijk beschermen van bronnen voor drinkwaterproductie en –infrastructuur.
- Waterbeschikbaarheid: we werken samen in het Deltaprogramma Zoetwater om weerbaar te worden tegen droogte. De provincie ondersteunt de realisatie van een aantal maatregelen uit het Deltaplan Zoetwater door subsidie aan te vragen uit het Deltafonds. De provincie neemt deel aan de praktijkpilot De Hooghe Beer (follow-up Coastar). In de zoetwaterregio West-Nederland vindt afstemming plaats over de voortgang van maatregelen en over ontwikkelingen die van invloed zijn op de watervraag, zoals klimaatverandering, de winning van drinkwater uit het regionaal oppervlaktewater en maatregelen om bodemdaling tegen te gaan. Deze inzichten gebruiken we voor herijking van de strategie en de voorbereiding van het volgende Deltaplan Zoetwater.
- Duurzame gietwatervoorziening: Op basis van de begin 2024 opgeleverde routekaart duurzame gietwatervoorziening werken overheden en de sector de beschreven opties verder uit in concrete maatregelen, waaronder aanpassing van de provinciale regelgeving.
- Voor wat betreft de implementatie van de EU-richtlijn Hergebruik Afvalwater geldt dat in aanvulling op de wettelijke implementatie in 2023 het RIVM in 2024 een advies opstelt over hoe om te gaan met de risico’s van nog niet genormeerde stoffen. Dit advies verwerken we in de handreiking voor vergunningverleners.
- We werken aan brede advisering over open bodemenergiesystemen, bezien vanuit de beschermingsregels voor grond- en drinkwater . Zo nemen we adviserend deel aan het TKI-project Greenports, een pilot over midden-temperatuur-opslag (warmte-opslag van 30 tot 60 graden in de bodem) en een aantal HTO (Hoge temperatuur opslag)-pilots.
- We voeren onze wettelijke taken uit in het kader van de Zwemwaterrichtlijn. Dat houdt onder andere in: Zwemwaterlocaties in oppervlaktewater aanwijzen, controleren op hygiëne en veiligheid, en informatievoorziening hierover aan het publiek (Website zwemwater.nl actueel houden, informatieborden op zwemlocaties, zwemwatertelefoon en nieuwsberichten). Een deel van deze taken delegeerden we aan de Omgevingsdienst Midden-Holland. We leveren een bijdrage aan onderzoek en innovatieve maatregelen om de waterkwaliteit en zwemwaterkwaliteit te verbeteren via de Subsidieregeling Groen, paragraaf Waterkwaliteit.
- Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving: met de Omgevingsdiensten maken we afspraken en beleggen we deze in de werkplannen 2024 over VTH-taken in relatie tot (indirecte) afvalwaterlozingen, in de grondwaterbeschermingsgebieden, in relatie tot hergebruik afvalwater en aanvullende strategische voorraadgebieden voor drinkwater.