Vennootschapsbelasting
Vanaf 2016 is de provincie als gevolg van de invoering van de Wet modernisering Vpb-plicht
overheidsondernemingen in beginsel belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (hierna: vpb).
Publiekrechtelijke rechtspersonen en overheidsstichtingen dienen per activiteit te beoordelen of met de
uitoefening van de betreffende activiteit een onderneming wordt gedreven in vennootschapsrechtelijke zin. Dit
betekent dat vpb afgedragen dient te worden over structureel winstgevende activiteiten.
Sinds het boekjaar 2016 dient de provincie Zuid-Holland jaarlijks een aangifte vpb in. Door haar deelname in een tweetal commanditaire vennootschappen (C.V.’s) drijft zij een onderneming voor de vpb en is sprake van een vpb-plicht. De verwachting is dat dit ook geldt voor 2024. De verwachte hoogte van de vpb-plicht voor 2024 is nog niet bekend, maar zal naar verwachting in de Najaarsnota 2024 worden verwerkt.